Derde jaarverslag College van Toezicht

Tijdens de onderzochte periode werden in het hele Vlaamse land 3.611 verzoeken tot tussenkomst van de stafhouder geregistreerd. In 854 gevallen bleek het om een ereloongeschil te gaan. In 258 gevallen hebben de stafhouders een tuchtdossier geopend. De gronden waarop de stafhouders die tuchtonderzoeken openden, zijn zeer divers. Bij de ernstige vergrijpen komen misbruiken van derdengelden en het veronachtzamen van de belangen van cliënten voor. Bij de kleinere vergrijpen is het niet naleven van de vereisten inzake permanente vorming sterk aanwezig.

Daarnaast heeft het College andermaal een analyse gemaakt van het sepotbeleid van de stafhouders, door zich toe te spitsen op de beslissingspraktijk van de voorzitters van de tuchtraden bij wie de klager beroep kan instellen tegen een sepotbeslissing. Op grond van de ingezonden informatie blijkt dat klagers zich meestal neerleggen bij de sepotbeslissing van de stafhouder. Naar de toekomst toe neemt het College zich voor om bijkomend ook de sepotbeslissingen van de stafhouders zelf aan een afzonderlijke analyse te onderwerpen.

De drie tuchtraden (Antwerpen, Brussel en Gent) hebben in de periode 2021-22 in totaal 46 uitspraken geveld. De tuchtraad van beroep heeft in totaal 22 uitspraken gedaan.

Het College van Toezicht doet tot slot enkele aanbevelingen aan de actoren van de tucht en de OVB om tot een nog efficiënter en een nog grotere harmoninisering van het tuchtbeleid voor advocaten in Vlaamse tuchtlandschap te zorgen.

Het College wenst u alvast een interessante lectuur toe.