Ga verder naar de inhoud

'Wie zit in de gevangenis?' - een kinderboek over cri­mi­no­lo­gie Prof. dr. Colman: "Kinderen 100% kunnen afschermen is een utopie"

donderdag 28 maart 2024

Prof. dr. Charlotte Colman verraste met haar kinderboek "Wie zit in de gevangenis?", waarmee ze kinderen een eerste kijk geeft in de wereld van de criminologie. In dit interview belicht prof. dr. Colman waarom het informeren van kinderen op jonge leeftijd over recht en gerechtigheid van vitaal belang is. Haar boek slaat een brug tussen complexe thema's en kinderlijke nieuwsgierigheid: "Kinderen pikken dingen op, maar hebben gaten in hun kennis. Die gaten moeten we opvullen met neutrale informatie op maat van het kind, anders gaan ze zelf op zoek of vult hun verbeelding de leegtes in.". De opbrengst van 'Wie zit in de gevangenis?' gaat naar CAW Oost-Vlaanderen, ten voordele van kinderen van ouders in detentie.

Dagmar Vanbergen

Medewerker-specialist communicatie
Dagmar Vanbergen 02

Deel dit artikel

Hoe kwam u bij het idee om een kinderboek te schrijven?

Ik doceer aan de universiteit in de vakgebieden criminologie en rechten, van het tweede tot het laatste jaar. Mijn lessen omvatten discussies over de ontwikkeling van straffen door de tijd heen, de identiteit van daders, en de motieven achter misdrijven. Hoewel ik het waardevol vind om jaarlijks met studenten hierover te spreken, merk ik ook dat er bij sommigen misverstanden bestaan, vergelijkbaar met die bij kinderen.

Ik merk tekenen van misverstanden rond straffen en criminaliteit ook al op bij mijn vierjarige dochter, zij het op een andere schaal en in andere contexten. Het valt op dat zelfs op de basisschoolleeftijd kinderen al veel horen over criminaliteit en straffen. Hierdoor geloof ik sterk in het verschaffen van de juiste informatie, niet alleen als basis voor ouders en leerkrachten, maar ook als referentiepunt voor een breder publiek, zoals bij nieuwsberichten.

Ik deel de overtuiging dat het cruciaal is om correcte informatie te delen, vooral aangepast aan de taal en leefwereld van deze generatie. Zij zijn immers degenen die later zullen moeten nadenken over straffen, regels en misdrijven. Daarom benadruk ik het belang van het verstrekken van juiste informatie, liefst zo vroeg mogelijk.

"Ik merk tekenen van misverstanden over straffen en criminaliteit ook op bij mijn vierjarige dochter."
— Prof. dr. Colman

Hoe vond u de balans tussen wetenschappelijke nauwkeurigheid en toegankelijkheid voor kinderen?

"Ik geniet er enorm van om mijn onderzoek toegankelijk te maken voor een breed publiek. Tot nu toe ging het dan om een lezing, TED Talk of podcast - waarbij ik telkens gebruik kon maken van volwassen taal. Onlangs kreeg ik echter de uitdaging om mijn onderzoek te vertalen naar kinderen, iets wat ik nog niet eerder had gedaan.

Het was de eerste keer dat ik mijn werk voor een jonger publiek moest presenteren, een boeiende en tegelijkertijd moeilijke taak. De grootste uitdaging was voor mij de taal – ‘Wat kan ik schrijven?’, ‘Wat mag ik schrijven?’. Die voortdurende afweging tussen informeren en vermijden dat je angst creëert, was heel belangrijk voor mij. Ik moest elk woord zorgvuldig overwegen en vakjargon omzetten naar begrijpelijke taal. Bij onderwerpen zoals de doodstraf keek ik bijvoorbeeld naar hoe jeugdjournaals of -kranten deze behandelden. Ik onderzocht vooral hoe zij de boodschap overbrachten en welke taal ze daarbij gebruikten. Dat aspect van het schrijfproces vond ik het moeilijkst, maar al de rest voelde eerder als een ontspannende oefening. Een van de cursussen die ik geef aan universitaire studenten lijkt eigenlijk op dit boek, zij het dan een versie voor negentienjarigen. (lacht) Het voelde dus alsof ik een soort basiscursus aan het schrijven was.

Om dit boek te schrijven, heb ik ook achtjarigen bevraagd naar hun vragen over regels, straffen, criminaliteit en gevangenissen. Tot mijn verrassing bleek dat hun interesses niet altijd overeenkwamen met wat ik had verwacht. Soms waren hun vragen heel praktisch, zoals "Wat dragen ze in de gevangenis?" of "Wat eten ze in de gevangenis?". Deze concrete vragen ook in mijn boek kunnen integreren, creëerde op zich ook een meerwaarde."

Ontving u, sinds het boek is uitgekomen, al feedback van kinderen (afgezien van uw eigen dochter)?

"Mijn dochter is pas 4 jaar oud, dus eigenlijk is zij nog wat te jong. Ze richt zich vooral op de tekeningen en vindt het leuk om daarin zaken te ontdekken, zoals een dinoskelet (hint). Ondanks haar jonge leeftijd gebruik ik het boek wel op een andere manier, hoor. Ik heb positieve feedback ontvangen van kinderen die het in één ruk hebben uitgelezen en enthousiast feitjes deelden met hun ouders, zoals "wist je dit?" en "wist je dat?". Dit was voor mij een aangename verrassing, want ik vond het wel spannend om het resultaat van mijn schrijfproces op de wereld los te laten. Natuurlijk vind je het eindresultaat zelf best interessant, maar wanneer het boek uitkomt en lezers bereikt, is het die 'veilige omgeving' uit. 

Ook leerkrachten hebben al feedback gegeven, en zelfs lespakketten samengesteld om met het boek in de klas te werken. Het doet mij plezier om te horen dat ouders uit de juridische wereld aangeven dat ze hun kinderen nu een concreter beeld kunnen geven van wat ze doen."

© Stefanie Van Hertem
"Ik krijg veel positieve reacties, zelfs van mensen die zelf in de criminaliteit verzeild geraakt zijn."
— Prof. dr. Colman

Wat denkt u dat lezers, zowel kinderen als ouders, echt leren uit het boek?

"Ik denk dat ze leren over hoe we in het verleden gestraft hebben en hoe we dat vandaag doen. Ik vertel over positivisme, sociaal verweer, en het feit dat niet iedereen een kosten-batenanalyse maakt of rationeel kan nadenken. Initieel probeerde ik vooral duidelijk te maken aan mijn vierjarige dochter dat niet alle mensen die misdrijven plegen, vermogensdelicten plegen, zoals boeven of dieven in haar taalgebruik.

In mijn boek benadruk ik dat iedereen de kans heeft om criminaliteit te plegen, maar de meeste mensen doen dat niet. Er zijn zoveel vormen van criminaliteit, zelfs mensen in maatpakken of mensen die afval dumpen, dat zijn verschillende vormen van criminaliteit. Ik probeer dit ook te illustreren, bijvoorbeeld in tv-soaps, waar je vaak een goede en slechte persoon hebt. De slechte persoon wordt stereotiep weergegeven als een typische dief of boef, met een baard of een asymmetrisch gezicht. Dit doet denken aan de periode van het positivisme waarin men dacht dat er zoiets was als een 'geboren misdadiger'."

"Kinderen pikken dingen op, maar hebben gaten in hun kennis. Die gaten moeten we opvullen met neutrale informatie op maat van het kind, anders gaan ze zelf op zoek of vult hun verbeelding de leegtes in."
— Prof. dr. Colman

Is het datgene waarop u het meest trots bent: erin slagen de inhoud op een begrijpelijke manier te vertalen naar de leefwereld van een kind?

"Ik ben bijzonder trots op de positieve reacties die ik heb ontvangen, zelfs van mensen die zelf in de criminaliteit verzeild geraakt zijn. Ze gaven aan dat ze het boek aangrijpend vonden, omdat het hen in staat stelde bepaalde onderwerpen met hun kinderen te bespreken waar ze voorheen niet wisten hoe ze het moesten aanpakken. Toen ik het boek schreef, had ik eigenlijk niet voor ogen dat het zulke impact zou hebben; ik vond het gewoon ontzettend leuk om te doen. Het zit ergens in mijn aard om maatschappelijke valorisatie te doen.

© Stefanie Van Hertem

Ik leg ook uit wat het betekent om iemand te stigmatiseren. Ik gebruik daarvoor een voorbeeld van een pleister die je op iemand plakt en moeilijk kunt aftrekken. Ik vertel bijvoorbeeld: "Stel dat jouw broer iets heeft gedaan en je noemt hem een vandaal. Maar je blijft hem een vandaal noemen, ook al heeft hij niets meer gedaan. Dat is wat een etiket doet.

Bovendien probeer ik enkele misverstanden, zoals 'eens een dief altijd een dief', onderuit te halen door te zeggen dat de meeste mensen stoppen met het plegen van criminaliteit als ze achterin de 20 zijn, dus rond 27 à 28 jaar.

Mijn doel is vooral een wetenschappelijk startpunt te bieden, vertaald op kindermaat, zodat stigmatiserende ideeën over criminaliteit verdwijnen. Bijvoorbeeld, als ik uitleg hoe een gevangeniscel eruitziet, gebruik ik een tekening van een klaslokaal om te laten zien dat dat de grootte van een cel is en dat mensen daar ongeveer 20 uur per dag samen zitten. Zo kunnen kinderen het ook visueel begrijpen."

"Het is utopisch om te denken dat kinderen afgeschermd leven en op hun 18e verjaardag plotseling geïnformeerd uit die beschermende cocon komen."
— Prof. dr. Colman

Heeft u enige ambitie om uw boek op één of andere manier in het educatieve curriculum te verwerken?

"Dat zou geweldig zijn! Stel je voor dat scholen, tijdens lessen over straffen bijvoorbeeld, zouden vragen hoe ze mijn boek kunnen gebruiken om meer te leren over straffen en de evolutie ervan. Dat zou ik echt fantastisch vinden! Het feit dat een leerkracht al contact met me opnam en interesse toonde, suggereert dat het boek daadwerkelijk het potentieel heeft om in een veilige leeromgeving voor kinderen gebruikt te worden. Het kan zelfs worden gekoppeld aan geschiedenislessen, bijvoorbeeld wanneer ze leren over de middeleeuwen. In die tijd hadden we de schandpaal, waar misdadigers aan vastgeketend werden, en het is verrassend hoe relevant dat nog steeds is. Dit onderwerp bespreek ik ook met mijn studenten: het plaatsen van foto's op Facebook met het bijschrift "deze persoon heeft aan sluikstorten gedaan" is eigenlijk een moderne vorm van de middeleeuwse schandpaal. Ik heb geen oordeel hierover, maar het is boeiend om hierover in gesprek te gaan. Hoewel het boek hier niet direct over gaat, kunnen lezers dankzij de historische context wel zulke gesprekken voeren na het lezen ervan."

"Mijn opbrengst gaat CAW Oost-Vlaanderen, zo wil ik iets betekenen voor ouders in detentie en hun kinderen."
— Prof. dr. Colman
© Stefanie Van Hertem

Er zijn altijd mensen die twijfelen aan het bespreken van dergelijke onderwerpen met kinderen, omdat ze denken dat het beter is om hen af te schermen. Maar we weten dat kinderen hoe dan ook in aanraking komen met informatie over straffen en criminaliteit via de radio, televisie, of gesprekken tussen volwassenen. Kinderen pikken zo wel bepaalde informatie op, maar er zijn gaten in hun kennis. Het is daarom belangrijk dat wij als volwassenen die gaten opvullen door neutrale en informatie te verstrekken op maat van het kind, anders zullen ze zelf op zoek gaan of zal hun verbeelding die leegtes invullen, vaak met onjuiste informatie die net angstige ideeën kan veroorzaken."

Welke impact hoopt u dat uw boek heeft op de toekomst?

"Het boek zelf is uiteraard informatief en heeft niet de pretentie om aan criminaliteitspreventie te doen. Liefst zou ik het inderdaad educatief willen inzetten. Inhoudelijk eindig ik bijvoorbeeld met de nieuwe vormen van detentie, zoals de transitiehuizen en detentiehuizen. Het lijkt me interessant om in de toekomst de jongste generatie te laten nadenken over het gevangeniswezen. We kennen allemaal de traditionele gevangenis, afgesloten met prikkeldraad en hoge muren, maar wat als we overwegen om voor een bepaalde groep gedetineerden, zeker niet allemaal, 'gevangenissen' te bouwen binnen onze samenleving? Het doel is om kinderen te informeren en hen aan te moedigen kritisch na te denken. Dat is een mooie impact om te hebben op de toekomst, denk ik.

Bovendien kan ik met mijn opbrengst, die naar CAW Oost-Vlaanderen gaat, hopelijk iets terugdoen voor kinderen en ouders in detentie. We weten dat er 16.000 kinderen zijn die een ouder hebben in detentie, en dat is enorm veel. Uit onderzoek weten we dat die kinderen zich vaak schamen en bijvoorbeeld een verhoogde kans hebben om zelf in de criminaliteit terecht te komen. Het is daarom belangrijk om de band tussen kind en ouder in detentie te versterken. Enerzijds heeft het een positieve impact op de persoon in detentie omdat het een positieve houding bevordert en de kans op recidive verlaagd, anderzijds heeft ook het kind er baat bij dat het de band met die ouder kan behouden en zelfs versterken. Ik hoop vooral op dit vlak ook een positieve impact te hebben. Het zal wellicht maar een kleine impact zijn, aan een boek verdien je niet veel, maar alle beetjes helpen. Neem nu iets kleins, zoals speelgoed kopen. Speelgoed kan verbinding creëren, een aanknopingspunt of raakvlak voor kinderen en ouders met een complexe relatie. Als gedetineerden bijvoorbeeld speelgoed zouden kunnen geven aan hun kinderen, kan dit een tool zijn om de band met hun kind te gaan versterken. Het zou mij uiteindelijk het gelukkigst maken om die impact te kunnen creëren."

Het is utopisch om te denken dat kinderen afgeschermd leven en op hun 18e verjaardag plotseling geïnformeerd uit die beschermende cocon komen. Criminaliteit maakt nu eenmaal deel uit van de wereld, en door kinderen op maat gemaakte informatie aan te bieden, kan het boek echt bijdragen aan de ontwikkeling van kritisch denken over juridische processen voor kinderen."

Charlotte Colman is professor Drugsbeleid en Criminologie aan de Universiteit Gent. Zij doceert vakken gerelateerd aan drugsbeleid en strafrechtelijk beleid, aan bachelor- en masterstudenten criminologie en rechten. Charlotte Colman is als coördinator, senior onderzoeker en expert betrokken geweest bij verschillende (inter)nationale multidisciplinaire onderzoeksprojecten op het gebied van de evaluatie van drugsbeleid, de productie en handel van illegale drugs en herstelgerichte praktijken binnen het strafrechtsysteem en de samenleving.

Sinds juli 2022 combineert Charlotte haar aanstelling als professor met het werk als Nationaal Drugcoördinator en voorzitter van de Algemene Cel Drugsbeleid. Deze cel bestaat uit administraties en kabinetten van alle federale en regionale ministers betrokken bij het drugsbeleid. Deze cel staat in voor de dagelijkse coördinatie van het drugsbeleid en bereidt nationale acties en strategieën voor in opdracht van de betrokken ministers.

© Stefanie Van Hertem
© Stefanie Van Hertem

Charlotte heeft ook heel wat (inter)nationale ervaring opgedaan op het vlak van drugsbeleid, onder andere als visiting scholar aan American University in Washington DC, als consultant bij the Organisation of American States of als lid van een expertengroep voor organisaties zoals UNODC/VN (Wenen). Sinds 2022 is zij ook lid van het Wetenschappelijk Comité van het EMCDDA.

Verder probeert Charlotte haar onderzoek maximaal te vertalen naar het brede publiek, onder andere via haar TED-talk over de rol van de gemeenschap bij herstel van druggebruik en haar project rond het aanpassen van steden naar inclusieve herstelsteden die mensen in hun herstelproces van druggebruik ondersteunen.

Ook interessant

Community Interview
maandag 15 april 2024

Kat Van Nuffel: "Ik zie meer dan ooit bereidheid to walk the talk"

Kat Van Nuffel is een toonaangevend figuur in HR en diversiteit en inclusie beleid, en voorzitter van de Legal Diversity & Inclusion Alliance. Haar passie voor diversiteit, gelijkheid en inclusie zal bijdragen tot een interessant debat tijdens de sessie 'Diversiteit en inclusie in de advocatuur' op het OVB Congres op 26 april. In dit interview benadrukt ze het belang van open dialoog en het omarmen van werknemersfeedback.

Meer lezen
Community Video
donderdag 28 maart 2024

Verslag algemene vergadering maart 2024

In een videoverslag vertelt bestuurder Marnix Moerman u wat er besproken en beslist werd op de algemene vergadering van 27 maart 2024.

Meer lezen