Ga verder naar de inhoud

Bescherming per­soon­lij­ke banden tussen broers en zussen in de wet verankerd

dinsdag 15 juni 2021

De wet van 20 mei 2021 betreffende persoonlijke banden tussen broers en zussen geeft aan minderjarige broers en zussen het recht om niet van elkaar te worden gescheiden en bepaalt uitdrukkelijk dat alle broers en zussen een recht op persoonlijk contact hebben met elkaar. Die wet werd op 9 juni 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en treedt in werking op 19 juni 2021.

Ulrike Cerulus

Jurist studiedienst
Ulrike Cerulus

Deel dit artikel

De wetgever wil met deze wet het recht op familieleven tussen broers en zussen zoals beschermd door art. 8 EVRM erkennen.

De wijziging is voornamelijk van belang voor advocaten die actief zijn in het familie – en jeugdrecht.

Wat wordt er gewijzigd?

Het oud Burgerlijk Wetboek wordt op diverse plaatsen gewijzigd:

Invoering van een nieuw hoofdstuk III in Boek I, titel IX van het Oud BW

Na de hoofdstukken I (Ouderlijk gezag) en II (Pleegzorg) van Boek I, titel IX van het Oud BW voegt de wet van 20 mei 2021 een nieuw hoofdstuk III in getiteld ‘Broers en zussen’.

Dit nieuwe hoofdstuk is van toepassing op de maatregelen van ouderlijk gezag en pleegzorg en op de plaatsing van een minderjarig niet ontvoogd kind in het kader van de jeugdbijstand en de jeugdbescherming, met uitzondering van plaatsingen door het plegen van een als misdrijf omschreven feit.

Een minderjarige die dus een als misdrijf omschreven feit gepleegd heeft, zal geen gebruik kunnen maken van het recht om niet te worden gescheiden van zijn broers en zussen. Anders zou hij zich kunnen verzetten tegen een maatregel opgelegd door de jeugdrechter die zou leiden tot een dergelijke scheiding, zoals bv. een plaatsing in een openbare instelling voor jeugdbescherming.

Ook kan de familierechtbank hem het recht op persoonlijk contact weigeren met zijn broers en zussen.

Verder verduidelijkt de wetgever in dit hoofdstuk het begrip ‘broers en zussen’. Daarmee worden gelijkgesteld: kinderen die samen binnen eenzelfde gezin worden opgevoed (bijvoorbeeld nieuw samengesteld gezin, pleeggezin, voogdij) en die een bijzondere affectieve band met elkaar hebben ontwikkeld.

Kinderen die dus in een instelling een bijzonder affectieve band met elkaar hebben vallen buiten het toepassingsgebied van de bepaling.

Ingevolge artikel 387septiesdecies oud BW hebben minderjarige broers en zussen het recht om niet van elkaar te worden gescheiden. Dat recht moet in het belang van elk kind worden beoordeeld.

Wanneer het belang van een kind vereist dat dit recht niet wordt uitgeoefend, streven de ouders, de pleegzorgers, de rechtbank en de daartoe bevoegde overheid het behoud van persoonlijke contacten tussen dit kind en elk van zijn broers en zussen na tenzij ook dit strijdig is met het belang van dit kind.

Dit recht impliceert dat broers en zussen binnen hetzelfde gezin worden opgevoed en maximaal met elkaar contact kunnen hebben.

Bij elke maatregel die wordt genomen in het kader van pleegzorg of ouderlijk gezag moet dit recht in acht worden genomen. Daaronder vallen ook overeenkomsten die ouders met pleegzorgers of met elkaar daarover sluiten (bijvoorbeeld de familierechtelijke overeenkomst in het kader van een echtscheiding door onderlinge toestemming).

Let op, het is geenszins de bedoeling van de wetgever om bij scheiding van de ouders in een nieuw samengesteld gezin zonder gemeenschappelijke kinderen, het recht van de kinderen om niet te worden gescheiden te laten voorgaan op de huisvesting bij hun respectievelijke ouder.

Het recht van ouders om niet te worden gescheiden van hun kind wordt met andere woorden niet geviseerd door het recht van minderjarige broers en zussen om niet van elkaar te worden gescheiden.

Wetgevend kader verblijfsregeling

De wet voegt een nieuw lid toe aan artikel 374, §2 oud BW. Door die wijziging is de familierechtbank voortaan verplicht wanneer ze gevat wordt voor een verblijfsregeling na een relatiebreuk, te streven naar eenzelfde regeling voor alle broers en zussen.

Zij mogen dus in beginsel niet gescheiden worden in het kader van de verblijfsregeling, tenzij dat strijdig is met het belang van het kind of een van hen onderworpen is aan jeugdbeschermingsmaatregelen getroffen naar aanleiding van een door hem of haar gepleegd als misdrijf omschreven feit.

Valt het verblijf van broers en zussen toch niet samen, dan bepaalt het nieuwe lid van artikel 374, §2 oud BW dat de rechtbank in voorkomend geval moet verduidelijken hoe de broers en zussen persoonlijke contacten met elkaar onderhouden.

Die wijziging vormt volgens de voorbereidende werken een wettelijke verankering van een praktijk die reeds bestaat bij de familierechters.

Wetgevend kader recht op persoonlijk contact

De wet wijzigt artikel 375bis oud BW door toevoeging van de volgende zin: “Alle broers en zussen hebben op elke leeftijd het recht persoonlijk contact met elkaar te onderhouden.”

Met die zinssnede kent de wetgever een recht op persoonlijk contact toe aan alle broers en zussen, dus zowel halfbroers- en zussen, als volle broers en zussen, als kinderen die in eenzelfde gezin worden opgevoed en die een bijzonder affectieve band met elkaar hebben (bijvoorbeeld pleeggezin, nieuw samengesteld gezin).

Bovendien is de leeftijd van de broers en zussen irrelevant, aangezien ze op elke leeftijd persoonlijk contact kunnen onderhouden met elkaar. Bijgevolg kunnen niet alleen meerderjarige kinderen ten aanzien van minderjarige kinderen een recht op persoonlijk contact uitoefenen, maar ook minderjarige kinderen onderling.

Wetgevend kader voogdij

Een laatste wijziging is de verduidelijking in artikel 393 oud BW dat de regeling voor broers en zussen zoals hierboven besproken in de zin van artikel 387sexiesdecies oud BW ook geldt bij de organisatie van de voogdij.

Het gaat dus om kinderen die samen binnen eenzelfde gezin worden opgevoed en die een bijzonder affectieve band met elkaar hebben ontwikkeld. Voor hen duidt de vrederechter voortaan bij voorkeur dezelfde voogd aan rekening houdend met het belang van elk kind. En wanneer dat niet mogelijk is, moet de vrederechter verduidelijken hoe de broers en zussen persoonlijke contacten met elkaar onderhouden.

Wat heeft de OVB gedaan?

Nota voor Kamercommissie Justitie

We hebben op 30 oktober 2020 bij de indiening van het allereerste wetsvoorstel een nota bezorgd aan de Kamercommissie Justitie met onze suggesties ter verbetering.

Wij stellen vast dat enkele van onze suggesties werden overgenomen:

  • breng het recht van broers en zussen om niet te worden gescheiden en het recht op persoonlijk contact onder in een apart hoofdstuk, aangezien geen van beide rechtstreeks verband houden met de uitoefening van ouderlijk gezag
  • onderscheid het recht om te worden gescheiden van het recht op persoonlijk contact, en verduidelijk wat daaronder moet worden verstaan
  • verduidelijk welke banden tussen broers en zussen de grondslag vormen voor die beide rechten (i.e. juridische band, biologische band of sociaal affectieve band)
  • verduidelijk het toepassingsgebied van de beide rechten (i.e. familiezaken en/of protectionele zaken)

Mondeling overleg

Nadien vond ook nog een mondeling overleg plaats met het kabinet over specifieke aspecten van het destijds ingediende wetsvoorstel, zoals onder meer de procesbekwaamheid van de minderjarige en de rol van de advocaat daarin.

Gevraagd werd om in dat geval steeds bijstand van een advocaat te voorzien.

Er werd ook meegedeeld dat het invoeren van procesbekwaamheid voor minderjarigen over dit punt noodzaakt tot het beantwoorden van andere vragen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de rechtsingang en de procespositie van de minderjarige.

Uiteindelijk werd tijdens de parlementaire voorbereiding dan ook beslist om de procesbekwaamheid van de minderjarige in dezen te schrappen.

Ook interessant

Videconferentie
Burgerlijk recht Strafrecht
vrijdag 08 december 2023

Wettelijk kader voor videoconferentie komt dichterbij

Het wetsontwerp tot organisatie van zittingen via videoconferentie in het kader van gerechtelijke procedures werd op 1 december 2023 in de Kamer ingediend. Meer dan een jaar geleden al adviseerden we bij het voorontwerp. We stellen vast dat onze inspanningen zich vertaald hebben in een sterkere tekst die de fysieke verschijning en de toestemming door de partijen centraal stelt en de rechten van verdediging beter waarborgt. Toch blijven er ook aandachtspunten.

Meer lezen
Burgerlijk recht
donderdag 30 november 2023

Wet statuut bewindvoerder gepubliceerd in BS

De wet betreffende het statuut van bewindvoerder over een beschermde persoon werd op 30 november 2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De wet voert een statuut in voor de professionele bewindvoerder.

Meer lezen