Ga verder naar de inhoud

Nieuwe regels voor plaats­ver­van­gen­de rechters Voorrecht van rechtsmacht vervalt

vrijdag 07 juni 2024

De Digitaliseringswet II heft vanaf 28 november 2024 het voorrecht van rechtsmacht op voor plaatsvervangende rechters, rechters in ondernemingszaken en lekenrechters.

Nele Staessens

Directeur studiedienst en deontologie
Nele Staessens

Ben Claes

Jurist studiedienst
Ben Claes

Deel dit artikel

Voorrecht van rechtsmacht

Op 28 mei 2024 werd de wet van 15 mei 2024 'houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II' in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Artikel 43 van die wet brengt een aantal wijzigingen aan in de regels over het zogenaamde “voorrecht van rechtsmacht” zoals opgenomen in artikelen 479 e.v. van het Wetboek van strafvordering.

Voortaan zullen plaatsvervangende rechters (samen met rechters in ondernemingszaken en rechters/raadsheren in sociale zaken) niet langer genieten van dit voorrecht van rechtsmacht.

In België zijn er zo’n 1.500 beroepsrechters en een goeie 800 parketmagistraten tegenover plus minus 1.500 plaatsvervangende rechters en nog eens 1.500 lekenrechters. De wetswijziging zal dus het personele toepassingsgebied van de procedure van het voorrecht van rechtsmacht meer dan halveren.

Het beperken van het aantal toepassingsgevallen van die afwijkende procedure was dan ook een van de drie uitdrukkelijke motieven van de wetgever.

Daarnaast werd er op gewezen dat plaatsvervangende rechters slechts in bijkomende orde zetelen zodat de ratio legis van de afwijking (bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter) op hen niet van toepassing zou zijn.

Tenslotte wees de wetgever ook op de onmogelijkheid om in zaken van voorrecht van rechtsmacht de strafvordering op gang te brengen door een burgerlijke partijstelling en op het verlies van een aanleg, ook voor een medebeklaagde niet-magistraat. Dat zou bij advocaten, van wie niet steeds geweten is dat ze plaatsvervangend rechter zijn, de rechtmatige verwachtingen (van slachtoffers en medebeklaagden) verschalken.

In een advies wees de Raad van State erop dat wanneer het verschil in behandeling tussen beroepsmagistraten en plaatsvervangende rechters wordt gemotiveerd op basis van de permanente dan wel bijkomende uitoefening van hun ambt, dat niet verklaart waarom de wet het voorrecht van rechtsmacht behoudt voor magistraten op rust die als plaatsvervangend magistraat worden aangesteld of die hun ambt verder uitoefenen zoals voorzien in het Gerechtelijk Wetboek. Ook die magistraten nemen immers hun rol niet fulltime op.

In­wer­king­tre­ding

Artikel 43 treedt in werking op 28 november 2024. Artikel 147 van de wet voorziet in een overgangsbepaling.

Standpunt: advocaten als plaats­ver­van­gen­de rechters

We namen in 2006 een standpunt in over het instituut van de plaatsvervangende rechter.

Ook interessant

Strafrecht
vrijdag 30 augustus 2024

Wet videoconferentie treedt in werking: waar moet u op letten?

Op 1 september treedt de wet van 25 april 2024 over de organisatie van zittingen per videoconferentie in het kader van gerechtelijke procedures in werking. We overlopen wat u moet weten, maar waarschuwen ook voor inherente gebreken en het risico op niet-naleving van wettelijke waarborgen.

Meer lezen
Strafrecht
dinsdag 13 augustus 2024

Korte celstraffen voor mannen terug naar gevangenis Sint-Gillis

Vanaf 15 augustus 2024 zullen mannelijke veroordeelden met een gevangenisstraf van drie jaar of minder weer worden opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis.

Meer lezen