Voorzitter op vrijdag: "Als niemand betwist dat Justitie een kerntaak van de overheid is, dan is het moment aangebroken om daar iets aan te doen."
"Geen 'wij-zij-verhaal', maar een gezamenlijke inspanning om de tweedelijnsbijstand te versterken"
Erkenning als kmo-portefeuille dienstverlener tot 2029 verlengd
Bedragen rechtsplegingsvergoeding niet aangepast op 1 maart 2023
De interpretatie die het kabinet Justitie geeft aan artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007 heeft tot gevolg dat er op 1 maart 2023 geen aanpassing is gebeurd van de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding.
De bedragen van de rechtsplegingsvergoeding die gelden sinds 1 november 2022, blijven dus van kracht.
Koppeling aan consumptieprijsindex
De rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij. De basis-, minimum- en maximumbedragen van de rechtsplegingsvergoeding werden vastgesteld in het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007.
Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007 koppelt deze basis-, minimum- en maximumbedragen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007 bepaalt: “De basis-, minimum- en maximum bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat overeenstemt met 105,78 punten (basis 2004); telkens als het indexcijfer met 10 punten stijgt of daalt, worden de sommen bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4 van dit besluit met 10 procent vermeerderd of verminderd.”
In het verleden werden de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding reeds vijf maal verhoogd met 10% omwille van de stijging van de consumptieprijsindex (met name op 1 maart 2011, 1 juni 2016, 1 juni 2021, 1 april 2022 en 1 november 2022), in totaal dus een verhoging met 50% ten opzichte van de oorspronkelijke bedragen.
Vermindering bedragen rechtsplegingsvergoeding met ingang van 1 maart 2023?
De consumptieprijsindex van februari 2023 bedraagt 155,39 punten (basis 2004). Voor het eerst sinds de inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007, is het indexcijfer van de consumptieprijzen dus terug gedaald onder een grens (met name de grens van 155,78 punten (basis 2004)) die eerder werd overschreden.
Dat leidt tot de vraag of de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding verlaagd werden met ingang van 1 maart 2023 ingevolge het feit dat de consumptieprijsindex van februari 2023 onder de grens van 155,78 punten (basis 2004) is gedaald.
Twee mogelijke interpretaties
De eerste interpretatie houdt in dat de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding met 10% verlaagd werden met ingang van 1 maart 2023.
Die interpretatie verzekert dat de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding gelijke tred houden met de consumptieprijsindex. Zo blijven de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding steeds in overeenstemming met de levensduurte.
De tweede interpretatie heeft tot gevolg dat er op 1 maart 2023 geen aanpassing van de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding heeft plaatsgevonden. Onder de tweede interpretatie houden de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding geen gelijke tred met de consumptieprijsindex. Die interpretatie heeft tot gevolg dat er een wanverhouding ontstaat tussen de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding enerzijds en de levensduurte anderzijds.
De tweede interpretatie levert het praktische voordeel op dat de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding minder vaak aangepast moeten worden indien de consumptieprijsindex rond een bepaalde grenswaarde zou blijven schommelen.
Interpretatie van het kabinet Justitie
Het kabinet Justitie geeft de voorkeur aan de tweede interpretatie om te vermijden dat de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding mogelijkerwijze snel opeenvolgend moeten aangepast worden indien de consumptieprijsindex rond een bepaalde grenswaarde zou blijven schommelen.
Een aanpassing van de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding geschiedt onder die interpretatie indien de consumptieprijsindex de grens van 165,78 punten (basis 2004) (hetgeen overeenstemt met 135,44 punten (basis 2013)) overschrijdt, dan wel daalt onder de grens van 145,78 punten (basis 2004) (hetgeen overeenstemt met 119,10 punten (basis 2013).
De consumptieprijsindex van februari 2023 geeft in de interpretatie van het kabinet Justitie dus geen aanleiding tot een aanpassing van de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding met ingang van 1 maart 2023. De bedragen van de rechtsplegingsvergoeding die gelden sinds 1 november 2022, blijven dus van kracht.
Finaal komt het echter wel de rechter toe om te oordelen over de juiste toepassing van het Koninklijk Besluit. De voorkeur van het kabinet is belangrijk maar als zodanig geen rechtsbron.
De consumptieprijsindex van maart 2023
Het indexcijfer van de consumptieprijzen van maart 2023 is gestegen naar 156,27 punten (basis 2004) (hetgeen overeenstemt met 127,67 punten (basis 2013)). De consumptieprijsindex ligt dus opnieuw boven de grens van 155,78 punten (basis 2004).
Dat heeft tot gevolg dat ook onder de eerste interpretatie de bedragen van de rechtsplegingsvergoeding sinds 1 april 2023 met 50% verhoogd zijn ten opzichte van de oorspronkelijke bedragen.
De onduidelijkheid blijft voorlopig dus beperkt tot de bedragen die toepasselijk waren tijdens de maand maart 2023.
Ook interessant
YouTube Live: Financieel ondernemen in de advocatuur – van strategie tot succes
Op dinsdag 26 november 2024 van 17u tot 19u nodigen we u uit voor een inspirerende live-uitzending over financieel ondernemerschap in de advocatuur.
Raad van State publiceert handig vademecum voor zijn afdeling Bestuursrechtspraak
Bent u als advocaat minder vertrouwd met procedures voor de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar moet u in een concreet dossier toch voor deze instelling procederen? In een nieuw vademecum schetst de Raad van State de belangrijkste procedurele krachtlijnen, beantwoordt hij veel voorkomende vragen en reikt hij u enkele handige modellen voor verzoekschriften aan.