Voorzitter op vrijdag: "Doen. Smijt u. Durf."
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Auteur
Peter Callens

Aan de balies is de jaarlijkse verkiezingstijd weer aangebroken. De balies roepen op tot kandidaatstelling, enkele gemotiveerden stomen zich klaar om campagne te voeren. Het is nochtans niet moeilijk om die kelk aan je te laten voorbijgaan. Het volstaat om gewoon niets te doen. Maar… er is een maar.
Mandaten in de raden van de Orde zijn van korte duur: één jaar – weliswaar hernieuwbaar – kwestie van rekening te houden met het feit dat advocaten ook een kantoor te runnen hebben, dat er geen machtsconcentratie mag ontstaan en dat er een frequente democratische toets voorzien is. Traditioneel, volgens costuymen die variëren van balie tot balie, worden die opdrachten ook effectief hernieuwd, op voorwaarde natuurlijk dat je het volgende jaar opnieuw kandidaat bent en herkozen wordt.
Ooit liepen de kandidatenlijsten vlotjes vol. Dat is al een hele poos niet meer zo, enkele plaatselijke of tijdelijke uitzonderingen niet te na gesproken. Tegenwoordig moeten stafhouders dikwijls trekken en sleuren om kandidaten te vinden. Het zou niet de eerste keer zijn dat een balie ergens te lande ternauwernood evenveel kandidaten vindt als nodig om de raad van de Orde wettelijk samen te stellen, zodat verkiezingen eigenlijk overbodig zijn. Tenzij als populariteitspoll, om te zien wie meer (of minder) stemmen achter haar of zijn naam krijgt dan anderen. Dat kan dan leiden tot gegniffel in koffiekamers of op recepties, bij wie daarin genoegen schept, maar méér is er niet aan de hand.
Hoe komt dat allemaal? De simpele reden is dat de prestatiedruk groot is. Advocaten willen efficiënt zijn, hun kantoor laten renderen, de patroon welgevallig zijn. Carrière gaat voor. Tijd maken voor iets wat slechts matig of niet bijdraagt aan de reputatie-opbouw of het persoonlijke succes: dat past daar niet in. Voeg daaraan toe de gezinslasten, de sociale druk om andere dingen te doen, de niet-beroepsgebonden interesses, en… de motivatiegraad om zich in te zetten voor de beroepsgroep zakt beneden het vriespunt. Allemaal heel menselijk en begrijpelijk.
Voorheen schepte een advocaat er genoegen in te kunnen uitdragen dat zij of hij lid was geworden van de raad van de Orde. Dat zij of hij voortaan zou worden aangeschreven met ‘hooggeachte’ in plaats van gewoon ‘geachte’ confrater. Zulke vormelijkheden stuiten tegenwoordig eerder op meewarigheid of op onbegrip. Daarvoor hoef je het niet te doen.
De afkalvende belangstelling voor de gemeenschappelijke zaak is betreurenswaardig. Maar treurnis helpt ons niet verder. Nostalgie ook niet.
Wat dan wel? Vier redenen.
Eén, het opleidingstraject dat je automatisch meekrijgt. Een beroepsloopbaan staat anno 2025 gelijk met levenslang leren. De kennis die je opdoet als lid van een raad van de Orde, door je eigen beroep een andere invulling te geven en het vanuit een andere invalshoek te bekijken gedurende pakweg één, twee of drie jaar, is fenomenaal. Je weet het pas goed wanneer je erin zit, of wanneer het achter de rug is: de professionele levenslessen die je ontving wil je gewoon niet gemist hebben. Misschien heb je na zo’n mandaat aan de Orde gegeven wat je wilde geven, prima. Maar misschien krijg je de smaak te pakken voor meer en wil je doorgroeien binnen onze structuren, met de talloze mogelijkheden die er zijn: nog beter.
Twee, het besef dat deze beroepsgroep een onvervangbare taak vervult in de evenwichtige opbouw van het rechtsstelsel en de samenleving. Dat is geen borstklopperij van een wanhopige die zichzelf ervan probeert te overtuigen dat hij iets belangrijks aan het doen is. Wat ik hier schrijf over de advocatuur is wat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, het Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof erover zeggen. Ons beroep heeft daarbij, omwille van zijn essentiële onafhankelijkheid, een aanzienlijke marge aan zelfregulering. Ook dat is niet zomaar een losse bewering van ondergetekende: het is vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie. Door lid te worden van de organen van het beroep word je daaraan deelgenoot, en dat is wel wat.
Drie, het bewustzijn dat onze beroepsregels en de wijze waarop de organen van de Orde werken, mee moeten evolueren met hun tijd, zonder de genetische code van de advocatuur te laten wankelen. Dat er mankementen bestaan, dat sommige zaken misschien beter anders zouden geregeld worden: die overtuiging bestaat ongetwijfeld bij velen. Welnu, de Orde van advocaten behoort toe aan alle advocaten, elkeen kan zich kandidaat stellen, elkeen kan verkozen worden, jong of oud. Wil je zaken anders zien, dan kun je wegen op het beleid. Veel democratischer dan in de Orde van advocaten zal het heus niet worden.
Vier, de zuiver menselijke kant. Je komt confraters tegen die je anders wellicht nooit zou ontmoet hebben, uit andere kantooromgevingen, met een andere kennis en andere interesses. Die ervaring maakt je leven rijker, niet in de monetaire betekenis, maar in de zin van humaner. Je schept banden, je maakt vrienden voor het leven. Je ontmoet confraters uit binnen- en buitenland. Je komt situaties tegen die je anders nooit zou meemaken. Velen zullen bevestigen dat de jaren in de raad de beste van hun carrière waren.
Natuurlijk vergt dat alles een inspanning. Het vereist een zekere mate van belangeloosheid. Dat klopt. Maar wat je in de plaats krijgt is niet te versmaden. Echt niet. En ja, er schuilt een risico in een kandidaatstelling: het gevaar bestaat dat je niet verkozen wordt. Maar als dat gebeurt, heb je eigenlijk niets verloren. Deelnemen is een eer, niet verkozen worden is geen oneer.
Doen. Smijt u. Durf.
Met genegen groeten,
Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Ook interessant
Voorzitter op vrijdag: "Een advocaat houdt zich niet in omdat anderen niet houden van zijn argumentatie. Dat heet onafhankelijkheid"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Voorzitter op vrijdag: "Spreken is vaak riskanter dan zwijgen, maar bij het pleiten heb je geen keus"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.