OVB wijst op knelpunten in wetsvoorstel over verlenging van onderzoeksperiode
We hebben op vraag van de Kamercommissie Justitie advies gegeven over het wetsvoorstel dat de termijn voor het vragen van bijkomende onderzoekshandelingen wil aanpassen. Hoewel we geen fundamentele bezwaren hebben tegen de voorgestelde wijziging, stellen we ons vragen bij de effectiviteit en de motivering van het voorstel.
Het wetsvoorstel (56-0122) beoogt een verlenging van de termijn waarbinnen een inverdenkinggestelde of burgerlijke partij bijkomende onderzoekshandelingen kan vragen: van 15 naar 30 dagen vóór de verschijning in de raadkamer. Tegelijk wordt voorgesteld om dergelijke verzoeken enkel in de eerste 15 dagen van die termijn toe te laten, om misbruik te vermijden.
We hebben geen fundamentele bezwaren bij het voorstel op zich, maar zien niet hoe deze aanpassing het probleem van uitstel zal oplossen.
Bovendien betreuren we de ongefundeerde omschrijving dat ‘welstellende rechtzoekenden’ zich laten bijstaan door advocatenkantoren die gespecialiseerd zouden zijn in het misbruiken van proceduretermijnen. Zulke veralgemeningen zijn volgens ons ongepast en ongefundeerd.
Tot slot wijzen we erop dat sommige griffies vandaag al met enige soepelheid omgaan met laattijdige verzoeken, net om misbruik te vermijden. Een strikte wettelijke regeling zou die nuttige flexibiliteit tenietdoen en daardoor mogelijk contraproductief werken.
Ook interessant
Wetsvoorstel rond minnelijke schikking voor PPP’s roept juridische bedenkingen op
Op vraag van de Kamercommissie Justitie hebben we een kort advies afgeleverd bij het wetsvoorstel om de verruimde minnelijke schikking onmogelijk te maken voor politiek prominente personen (nr. 56-1042). We spreken ons niet uit over de rechtsfiguur op zich, maar hebben wel ernstige bedenkingen bij de argumentatie.
Van spreekrecht naar aangifteplicht
Een nieuw wetsvoorstel wil het spreekrecht voor beroepsgeheimhouders omvormen tot een aangifteplicht. Zo zouden advocaten bij kennis van bepaalde misdrijven verplicht worden melding te doen bij het parket. In de Kamercommissie Justitie van 23 september 2025 werd OVB-bestuurder Nicolaas Vinckier daarover gehoord, die daar benadrukte dat dit het beroepsgeheim uitholt en slachtoffers net kan schaden.