Voorzitter op vrijdag: "Als niemand betwist dat Justitie een kerntaak van de overheid is, dan is het moment aangebroken om daar iets aan te doen."
"Geen 'wij-zij-verhaal', maar een gezamenlijke inspanning om de tweedelijnsbijstand te versterken"
Erkenning als kmo-portefeuille dienstverlener tot 2029 verlengd
OVB luidt stormklok over beroepsgeheim van de advocaat
Het federale parlement heeft op 24 november een wet goedgekeurd ter omzetting van de 'Klokkenluidersrichtlijn' in de private sector. Binnenkort zal er ook een gelijkaardige wet worden goedgekeurd die de richtlijn omzet voor de publieke sector.
We stellen echter vast dat de wet een definitie van het beroepsgeheim van de advocaat bevat, terwijl we de minister en het parlement uitdrukkelijk hadden opgeroepen om daarvan af te zien.
Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden', ook wel de ‘Klokkenluidersrichtlijn’ genoemd, heeft tot doel om gemeenschappelijke minimumnormen vast te leggen om ten aanzien van klokkenluiders een hoog beschermingsniveau te waarborgen.
Een definitie van het beroepsgeheim van de advocaat
Artikel 3, §1, 3° van de klokkenluidersrichtlijn bepaalt uitdrukkelijk dat ze geen afbreuk wil doen aan "de bescherming van het beroepsgeheim van de advocaat". Bijgevolg mag informatie over inbreuken die gedekt is door het beroepsgeheim, niet worden gemeld.
Hoewel die bepaling in een eerdere versie van de wet nog letterlijk werd overgenomen, bepaalt artikel 5, §1, 3° van de wet nu dat de wet niet van toepassing is op:
[...] informatie en inlichtingen die advocaten ontvangen van hun cliënten of verkrijgen over hun cliënten, op voorwaarde dat zij, hetzij in gerechtelijke procedures of met betrekking tot dergelijke procedures, hetzij in het kader van adviesverlening over de wijze van het starten of het vermijden van een dergelijke procedure, de juridische situatie van deze cliënt beoordelen of hun opdracht van verdediging of vertegenwoordiging van deze cliënt uitoefenen
De omschrijving is er gekomen op advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO (HRZKMO). Zo wilde de Hoge Raad verhinderen dat er concurrentieproblemen zouden ontstaan tussen beroepsgroepen die fiscaal advies mogen geven. Wanneer cliënten zouden mogen kiezen tussen een advocaat die zijn beroepsgeheim niet mag schenden om een melding te verrichten, en een beroepsbeoefenaar die dat wel mag, dan zouden ze steeds voor de advocaat kiezen.
De Raad van State heeft in zijn advies echter aangeraden om geen omschrijving van het "beroepsgeheim van de advocaat" op te nemen. In het kader van de richtlijn is dat immers een Europeesrechtelijk begrip, waarvan de interpretatie in laatste instantie dus toekomt aan het Hof van Justitie. Als het Hof daar een andere invulling aan zou geven, dan moet de wet opnieuw gewijzigd worden. Verder zag de Raad zich ook al genoodzaakt om te verduidelijken dat de geboden omschrijving van het beroepsgeheim van de advocaat alleen aanvaardbaar is voor zover ze gelezen wordt in het licht van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof.
Toen bleek dat de minister geen rekening had gehouden met dat advies van de Raad, hebben wij samen met Avocats.be de parlementaire commissies Economie en Justitie, weliswaar tevergeefs, verzocht om die omschrijving alsnog uit het wetsontwerp te verwijderen.
Niet alleen bevat de richtlijn geen omschrijving van "het beroepsgeheim van de advocaat", maar ook wordt dat begrip reeds uitvoerig omschreven in de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en het Hof van Justitie. Verder zagen we niet hoe een gedetailleerde omschrijving de vermeende concurrentieproblemen tussen advocaten en andere beroepsgroepen zou oplossen. Tot slot stelden we voor om een filterfunctie voor de stafhouder in te voeren voor het geval er toch informatie zou worden gemeld die gedekt is door het beroepsgeheim van de advocaat.
Ook in het wetsontwerp tot omzetting van de richtlijn in de publieke sector bleef de omschrijving van het beroepsgeheim van de advocaat jammer genoeg behouden.
Vlaamse omzetting
Het Vlaams parlement keurde reeds op 16 november een ontwerp van decreet die tot doel heeft de klokkenluidersrichtlijn om te zetten in het Provinciedecreet van 9 december 2005, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
In tegenstelling tot de federale omzettingswetten, voelde de Vlaamse decreetgever gelukkig niet de nood om af te wijken van de bewoordingen van de richtlijn door een definitie van het beroepsgeheim van de advocaat op te nemen.
Ook interessant
Klokkenluiders moeten rekening houden met het beroepsgeheim van de advocaat
Het Grondwettelijk Hof heeft opnieuw zijn gunstige rechtspraak over het beroepsgeheim van de advocaat bevestigd, ditmaal in het kader van ons vernietigingsberoep tegen de klokkenluiderswetten voor de private en de publieke sector.
Stel u kandidaat voor het College van Toezicht als extern lid
Heeft u interesse in de deontologie en het tuchtrecht van de advocatuur? Stel u dan kandidaat om als niet-advocaat deel uit te maken van het College van Toezicht.