Ga verder naar de inhoud

OVB adviseert over verplichte bemiddeling bij in­tra­fa­mi­li­aal geweld

donderdag 18 november 2021

Op uitnodiging van de Kamercommissie Justitie hebben we een advies voorbereid bij het wetsvoorstel dat de rechter niet langer de mogelijkheid wil bieden om bemiddeling te verplichten in het geval van intrafamiliaal geweld. We kunnen ons vinden bij de doelstellingen, maar de uitwerking laat nog te wensen over.

Auteur

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Doel­stel­ling

Sinds enkele jaren kan een rechter een bemiddeling bevelen als slechts één partij daarmee instemt, ook als dit de vermeende dader is (art. 1734, §1 Ger.W.). De wetgever wil die optie afschaffen ter bescherming van slachtoffers van intrafamiliaal geweld omdat de machtspositie, druk en eventuele dreiging binnen het gezin of huishouden ten koste kan gaan van de gelijkheid van de partijen bij de bemiddeling.

Hoewel de OVB een uitgesproken voorstander is van alternatieve geschillenbeslechting, erkent zij de potentiële problemen die dit met zich meebrengt bij intrafamiliaal geweld. Bovendien zou het wetsvoorstel het Belgische recht in overeenstemming brengen met het Verdrag van de Raad van Europa van 11 mei 2011 inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Artikel 48 van dit zogenaamde Verdrag van Istanbul stelt dat verdragsstaten de nodige maatregelen moeten nemen voor een verbod op verplichte alternatieve geschillenbeslechtingsmethodes bij intrafamiliaal geweld.

Opmerkingen

Desalniettemin hebben we verschillende opmerkingen bij het voorgestelde nieuwe derde lid in artikel 1734, §1 van het Gerechtelijk Wetboek en vragen we de wetgever om deze aandachtspunten te remediëren of te verduidelijken. Het betreft onder meer:

  • Uit de formulering volgt niet dat het toepassingsgebied van de afschaffing enkel reikt tot geweld in de intrafamiliale context;
  • De lijst aan strafrechtelijke bepalingen die onder deze regeling valt wordt uitgebreid met “enig ander feit van psychologisch geweld”. Die term is erg ruim en wordt niet in het strafrecht gedefinieerd. We vinden dat de maatregel beperkt moet blijven tot vormen van geweld die als misdrijf omschreven in het Strafwetboek;
  • De formulering van het nieuwe lid impliceert dat bemiddeling sowieso niet meer kan worden bevolen door de rechter, ook al is dit met instemming van beide partijen of zelfs op gezamenlijk verzoek. De toelichting bij het wetsvoorstel lijkt daarentegen te suggereren dat de wetgever vooral bemiddeling op verzoek of met instemming van één partij wil remediëren.

Ook interessant

Burgerlijk recht
vrijdag 21 november 2025

OVB ondersteunt modernisering van het bijzondere contractenrecht

De Kamercommissie Justitie organiseerde op 18 november een hoorzitting over het wetsvoorstel tot invoeging van Boek 7 “Bijzondere contracten” in het Burgerlijk Wetboek. Omdat wij onze opmerkingen reeds hadden toegelicht, beperkten wij ons tot twee punten: de regeling omtrent de betwiste rechten en de kennisgevingstermijn bij conformiteitsgebrek.

Meer lezen
Strafrecht
donderdag 20 november 2025

Wetsvoorstel rond minnelijke schikking voor PPP’s roept juridische bedenkingen op

Op vraag van de Kamercommissie Justitie hebben we een kort advies afgeleverd bij het wetsvoorstel om de verruimde minnelijke schikking onmogelijk te maken voor politiek prominente personen (nr. 56-1042). We spreken ons niet uit over de rechtsfiguur op zich, maar hebben wel ernstige bedenkingen bij de argumentatie.

Meer lezen