Ga verder naar de inhoud

Be­ta­lings­ter­mijn in B2B-relaties vanaf 1 februari ingekort tot maximaal 60 ka­len­der­da­gen

vrijdag 21 januari 2022

Vanaf 1 februari 2022 wordt de betalingstermijn in B2B-relaties ingekort tot maximaal 60 kalenderdagen. Zo zijn ondernemingen die moeilijkheden ondervinden door het betalingsgedrag van hun professionele klanten (B2B) beter beschermd en worden liquiditeitsproblemen tegengegaan.

De wetgever scherpt voornamelijk de regelgeving voor de maximale contractuele betalingstermijn aan en sluit enkele achterpoortjes.

Sofie Verherstraeten

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Maximale con­trac­tu­e­le be­ta­lings­ter­mijn

Wet van 2 augustus 2002: betalingstermijn van 30 kalenderdagen met mogelijkheid tot verlenging naar meer dan 60 kalenderdagen

De wet van 2 augustus 2002 legt een betalingstermijn op van 30 kalenderdagen indien er contractueel geen datum of termijn voor betaling wordt afgesproken.

De partijen kunnen contractueel een termijn van meer dan 60 kalenderdagen overeenkomen zolang de afspraken niet kennelijk onbillijk zijn.

Wet van 28 mei 2019: geen langere betalingstermijn mogelijk als schuldeiser kmo is en schuldenaar geen kmo is

Sinds de wet van 28 mei 2019 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 kunnen de partijen geen betalingstermijn van meer dan 60 dagen overeenkomen, indien de schuldeiser een kmo is en de schuldenaar geen kmo is.

In andere relaties kunnen partijen nog wel een betalingstermijn overeenkomen die langer dan 60 kalenderdagen kan bedragen.

Wet van 14 augustus 2021: max. betalingstermijn van 60 kalenderdagen

De wet van 14 augustus 2021 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties breidt die maximumtermijn van 60 kalenderdagen uit tot alle handelstransacties, ongeacht de grootte van de betrokken ondernemingen.

  • Ondernemingen kunnen dus vanaf 1 februari 2022 geen langere betalingstermijn van meer dan 60 kalenderdagen overeenkomen.

Een contractueel beding dat voorziet in een langere betalingstermijn wordt voor niet geschreven gehouden, zodat de wettelijke betalingstermijn van 30 kalenderdagen van toepassing is. Voor bepaalde sectoren kan in een afwijking voorzien worden via Koninklijk Besluit.

Controle- en ve­ri­fi­ca­tie­ter­mijn

Daarnaast maken ondernemingen nu soms misbruik van de controle- en verificatieperiode. Door een controle-en verificatietermijn van 30 kalenderdagen te hanteren wordt de maximale betalingstermijn verlengd naar 90 kalenderdagen.

Overeenkomstig de wet van 14 augustus 2021 kunnen ondernemingen niet langer overeenkomen dat de betalingstermijn pas ingaat na controle van de conformiteit van de goederen of diensten door de klant. De termijn die partijen kunnen voorzien voor aanvaarding of controle van de conformiteit van de goederen of diensten met de overeenkomst dient voortaan begrepen te zijn in die maximale betalingstermijn, waardoor de maximale contractuele betalingstermijn 60 kalenderdagen blijft.

Ont­vangst­da­tum factuur en te verstrekken informatie

Ook door contractuele afspraken te maken over de ontvangstdatum van de factuur (en dus de aanvangsdatum van de betalingstermijn) proberen sommige ondernemingen de betalingstermijn op te rekken.

De wet van 14 augustus 2021 bevat daarom een verbod om contractuele afspraken te maken over de ontvangstdatum van de factuur. De betalingstermijn begint te lopen vanaf ontvangst van de factuur.

Daarnaast bepaalt de wet van 14 augustus 2021 dat de schuldenaar uiterlijk op het moment van ontvangst van de goederen en/of diensten alle informatie moet meedelen aan de schuldeiser, zodat de schuldeiser de factuur kan opmaken binnen de wettelijk voorziene termijn.

Interest en forfaitaire vergoeding

Ten slotte wil de wetgever vermijden dat ondernemingen druk zetten op hun schuldeiser om geen interest te vragen, ook al wordt het verschuldigd bedrag niet op tijd betaald. Vandaag voorziet de wet van 2 augustus 2002 daaromtrent enkel in een recht voor de schuldeiser.

De wet van 14 april 2021 verduidelijkt dat er automatisch een interest of forfaitaire vergoeding bij kan komen. Eens de betalingstermijn overschreden is, wordt het nog openstaande bedrag van rechtswege en zonder ingebrekestelling vermeerderd met interest, naast de forfaitaire vergoeding van 40 EUR voor de invorderingskosten.