Ga verder naar de inhoud

Standpunt verbod op geweld tegen kinderen

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

De OVB staat achter de wetsvoorstellen om het verbod op geweld tegen kinderen uitdrukkelijk in het Burgerlijk Wetboek te verankeren. We wijzen op enkele noodzakelijke aanpassingen en verduidelijkingen in de tekst.

In vergelijking met onze buurlanden en de grote meerderheid van de EU-lidstaten, hinkt België achterop voor wat betreft de wettelijke bescherming van kinderen tegen geweld vanwege hun zorgdragers.

Uiteraard bestaat er reeds een algemeen strafrechtelijk verbod tegen opzettelijke slagen en verwondingen (art. 398 Sw.), maar de bijzondere kwetsbaarheid van het kind en de omvang van de problematiek rechtvaardigen een expliciet verbod op lijfstraffen voor kinderen.

Bovendien zou deze wettelijke verankering tegemoetkomen aan het Kinderrechtenverdrag en aan de herhaaldelijke aanbevelingen en opmerkingen ten aanzien van de Belgische Staat door verschillende internationale en regionale toezichtsmechanismen (ECSR, VN-Comités, UPR).

We steunen daarom de voorstellen om een verbod expliciet in het Burgerlijk Wetboek in te schrijven (nr. 1840 en 1956).

Wel wijzen we de wetgever erop dat de nieuwe bepaling niet enkel betrekking mag hebben op de ouders, maar ook op de voogden en op éénieder die de zorg voor het kind draagt.

Voorts waarschuwen we voor mogelijk misbruik van de erg ruime term geweld (zowel fysiek als geestelijk). We denken daarbij bijvoorbeeld aan vechtscheidingen, waarbij al snel klachten kunnen volgen ten aanzien van de partner wegens vermeend geweld.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Nico Moons

Jurist studiedienst
avatar