Een automatische uitvoering van het rijverbod? De wetgever rijdt zelf door het rood
Op 26 mei 2021 maakte de OVB haar standpunt over het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van strafvordering betreffende het DNA-onderzoek bij seksueel geweld (DOC55-1454/001) over aan de Kamercommissie Justitie.
Het wetsvoorstel wil wijzigingen aanbrengen aan artikel 44sexies, §3 en artikel 90duodecies, §4 Sv., respectievelijk voor de procureur des Konings en de onderzoeksrechter. De voorgestelde aanpassingen zouden ervoor zorgen dat de noodzaak van een DNA-analyse van sporen gevonden op het slachtoffer van seksueel geweld steeds geacht wordt te bestaan en dat de bevoegde magistraat dat enkel met een met redenen omklede beslissing kan weigeren.
We hebben begrip voor de doelstelling van de indieners om veel frequenter een DNA-profiel van de sporen op te laten stellen. In de memorie wordt gesteld dat er daarvoor een omkering van de motiveringsplicht wordt voorgesteld. We stellen vast dat dit niet klopt. Een DNA-analyse zal inderdaad geen motivering meer behoeven, maar ook nu al bestaat de motiveringsplicht bij weigering. Wel zal een eventuele weigering schriftelijk moeten gebeuren.
Hoewel de redenering niet volledig accuraat is, steunen we deze aanpassingen. We maken echter wel bezwaar aan de formulering van de voorgestelde bepaling. Zij legt te uitdrukkelijk op wat de bevoegde magistraten zouden moeten doen. De beslissing tot het nemen van onderzoeksmaatregelen behoort tot de prerogatieven van de rechterlijke macht.
Nog vragen? Onze specialisten ter zake
