Ga verder naar de inhoud
dinsdag 21 februari 2023

Bekwaamheidsproef

Als u in een andere lidstaat van de Europese Unie een opleiding volgde met vakgebieden die wezenlijk verschillen van die van de Belgische rechtenopleiding, dan moet u slagen voor deze proef.

Meer lezen

Optie 1

Deed u nog geen stage?

Dan moet u

  • bij de Orde van Vlaamse Balies (OVB) een aanvraag indienen om te kunnen deelnemen aan de bekwaamheidsproef
  • en slagen voor de bekwaamheidsproef.

Dan sta u op hetzelfde niveau als iemand die in België is afgestudeerd en kan u aan uw stage beginnen.

Optie 2

Deed u al stage maar bent u nog niet actief als advocaat?

Dan moet u

Dan kunt u zich inschrijven als advocaat en u inschrijven als tableau-advocaat.

Optie 3

Bent u advocaat in een andere EU-lidstaat?

Dan kunt u in België uw beroep van advocaat uitoefenen onder de titel van uw land van herkomst, waarbij de Belgische beroepstitel wordt verkregen. Beide opties kennen enkele voorwaarden.

  • Als u uw beroep van advocaat onder de beroepstitel van uw land van herkomst wilt uitoefenen, moet u zich inschrijven op de EU-lijst. U moet ook aan de raad van de orde het bewijs leveren van uw inschrijving bij de bevoegde autoriteit van de samenstelling van herkomst. U moet er nog altijd ingeschreven zijn en het bewijs mag niet ouder zijn dan drie maanden. Dan kan u in België hetzelfde werk doen als een advocaat die zich in België gevestigd heeft. Maar: opgelet, u draagt ​​de Belgische beroepstitel van advocaat niet. Een cliëntvertegenwoordigers of verdediging kan u dan alleen doen als u samenwerkt met een advocaat die wel ingeschreven is op het tableau en als die advocaat u voor de zitting voorstelt aan de voorzitter van de rechtbank waarvoor u verschijnt.
  • Als u de Belgische beroepstitel zal krijgen, dan moet u slagen voor de bekwaamheidsproef. Werkt u al drie jaar in het Belgisch recht onder beroepstitel van uw land van herkomst, dan kan u een inschrijvingsvragen op het tableau en moet u de bekwaamheidsproef niet meer afleggen. U moet dat wel kunnen bewijzen aan de raad van de Orde en hen alle noodzakelijke inlichtingen en stukken over het aantal en de aard van de behandelde dossiers die worden afgeleverd.