Voorzitter op vrijdag: "Als niemand betwist dat Justitie een kerntaak van de overheid is, dan is het moment aangebroken om daar iets aan te doen."
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Auteur
Peter Callens
Zelfs voorstanders van een minimale Staat geven toe dat Justitie een wezenlijke opdracht van de overheid is. Een land dat die taak veronachtzaamt is een ‘failed State’. Daar zijn wij, behalve op enkele – toegegeven, belangrijke – onderdelen, geenszins aan toe. Maar wat niet is, kan komen.
Met onze rampzalige overheidsfinanciën is het niet makkelijk prioriteiten te stellen voor de verbetering van de overheidsefficiëntie. Europa heeft België gekapitteld voor zijn buitensporig begrotingstekort. België staat daarin niet alleen, maar dat is een magere troost. De EU Commissie heeft België de verplichting opgelegd om, over een periode van 4 of 7 jaar, minstens 23 miljard € te besparen. En, zoals u weet: er staat een lange rij wachtenden voor het loket waar de prioriteiten worden bepaald.
In 1976, in volle petroleumcrisis, lanceerde president Giscard d’Estaing de slogan: ‘En France, on n’a pas de pétrole, mais on a des idées.’
Als het op Justitie aankomt, zullen ook wij die ideeën broodnodig hebben. Finaal gaat het om de vraag welk soort Staat wij voor het land willen hebben. Want als niemand betwist dat Justitie een kerntaak van de overheid is, dan is het moment aangebroken om daar iets aan te doen. Iets fundamenteels.
Sommige maatregelen zullen geld kosten. Veel geld, maar wij kunnen er niet onderuit. Onder de onbetwistbare prioriteiten staat het in orde brengen van de gevangenissen. Dat moet gebeuren in combinatie met het herdenken van het straffenarsenaal op basis van effectiviteit, afname van de kans op recidive, toename van de kans op reclassering, menselijkheid en, jawel, betaalbaarheid.
Een andere prioriteit is het op verhoogd ritme renoveren van die gerechtsgebouwen die decennialang veronachtzaamd zijn. Dat zou een teken zijn van respect, niet alleen voor de rechterlijke macht als pijler van de staatsordening, maar gewoon voor de mensen die er werken en voor de rechtzoekenden die er noodgedwongen moeten komen. Het is bovendien een onmisbare veruiterlijking van het gezag, moreel en juridisch, dat de instellingen moeten uitstralen.
Hier en daar valt een portie justitieplan, toegeschreven aan federale regeringsonderhandelaars, van de kruiwagen. Die dingen waaien ons dankzij een gunstige – of, naargelang de invalshoek, ongunstige – wind tegemoet. De inhoud ervan lijkt bijwijlen bedacht om wenkbrauwen te doen fronsen.
Zo’n aangewaaid document onthult dat, bij gebrek aan gevangenissen, wij in ‘derde landen’ gevangenissen zullen bouwen of huren. Waarom wij de nieuwe bajes niet bouwen in eigen land, krijgt geen toelichting. Wij overwegen ook het inschakelen van ‘gevangenisboten’ of, mooier nog, de tijdelijke aanleg van ‘containerdorpen’ als gevangenissen. Met een paar elegante wachttorens, sfeervolle zoeklichten en prikkeldraad errond, misschien, kwestie van de veiligheid te waarborgen? En waar in Vlaanderen zullen die ‘dorpen’ gevestigd worden? Hebben er zich al liefhebbers aangemeld?
Mogelijk zijn die uit het fantasievat getapte bedenksels bedoeld als pasmunt om andere onderhandelingspunten uit de brand te slepen.
Een ander, meegedwarreld voorstel reveleert dat er bijzondere aandacht komt voor de vraag of werkstraffen automatisch of bij rechterlijke beslissing op het strafblad moeten komen. Was de werkstraf niet bedoeld om een dader te laten functioneren in de samenleving zonder hem te brandmerken door een vermelding op het strafblad? Heeft de bedenker zich afgevraagd wie er nog voor een werkstraf zal kiezen, als hij ook kan opteren voor een gevangenisstraf die niet wordt uitgevoerd?
Een verder voorstel bepaalt dat wie beschuldigd wordt van misdrijven inzake georganiseerde criminaliteit, vanaf de vierde verschijning voor de raadkamer voor zes maanden in hechtenis gaat. De betrokkene mag wel om de drie of, in een recentere versie, twee maanden een verzoek tot invrijheidstelling indienen. Moraal: wil je iemand voor langere tijd achter de tralies, zonder veroordeling, beschuldig hem dan van georganiseerde criminaliteit…
Voor gedetineerden worden zittingen maximaal georganiseerd in faciliteiten bij de detentieplaatsen of per videoconferentie. Dat videoconferenties in strafzaken absoluut niet geschikt zijn voor het houden van zittingen, telt niet mee. En dat zittingen in faciliteiten bij gevangenissen de verdachten met een stigma beladen en daarnaast het werk van advocaten ernstig bemoeilijken door het vermenigvuldigen van de zittingslocaties, zijn blijkbaar ook onbelangrijke details.
Het is echter niet allemaal kommer en kwel. Er circuleren ook veel goede voorstellen, die getuigen van het inzicht dat de wederopbouw van het stuk teloorgegaan vertrouwen in Justitie vraagt om zichtbare, structurele maatregelen. Die moeten streven naar vereenvoudiging van de structuren: de eenheidsrechtbank en het eenheidshof zijn daarvan mogelijke concretiseringen. Wij moeten ook durven kijken naar de inhoud van beslissingen, zonder de rechterlijke onafhankelijkheid op de schop te doen, maar met een herwaardering van het hoger beroep, de eenheid van rechtspraak en de rechtszekerheid. Enkele ideeën:
- Arresten in beroep moeten, zeker waar hoge achterstand bestaat, veel sneller volgen. Zodoende kan het, bij nader inzien ongeëvenaarde maar afgeschafte principe dat beroep tegen bodembeslissingen schorsend werkt, in ere hersteld worden.
- Rechters zouden uitdrukkelijk moeten verantwoorden waarom zij afwijken van gevestigde rechtspraak in beroep.
- Er moet meer ruimte komen voor beleid binnen een rechtscollege, desgevallend in overleg met de balie, rond uniformiteit van procedures, vergoedingsstelsels voor mandaten en praktische regelingen. Wij moeten bovendien durven nadenken over de vraag hoe wij een sterkere eenvormigheid van rechtspraak kunnen bewerkstelligen in gelijkaardige zaken.
In tijden van budgettaire krapte moeten wij durven ‘outside the box’ denken, met respect voor de principes, maar zonder taboes. En gewoon durven, weloverwogen natuurlijk, maar wel durven. ‘The best way to predict the future is to create it’, zei Abraham Lincoln. Awel, let’s do it.
Met genegen groeten,
Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Ook interessant
Voorzitter op vrijdag: "Inzet heeft pas zin als er ook een wil is om ergens uit te komen"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.
Voorzitter op vrijdag: "Hoop en rechtstaat zijn werkwoorden"
In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.