Ga verder naar de inhoud

Voorstel tot wijziging verstek stuit op verzet

dinsdag 03 mei 2022

De OVB adviseerde de kamercommissie Justitie over het wetsvoorstel om de zuivering van het verstek niet langer te beperken tot het einde van de zitting waarop het verstek werd vastgesteld. We vinden dat dit steeds mogelijk moet zijn wanneer de partijen daarmee instemmen, maar stellen dat de wetgever een interpretatie aanhangt die niet overeenstemt met de praktijk.

Deel dit artikel

De indieners van het wetsvoorstel willen artikel 805 van het Gerechtelijk Wetboek over de zuivering van het verstek wijzigen. Zij stellen dat het momenteel onmogelijk is om het verstek pas te zuiveren op de eerstvolgende zitting waarop de partij waartegen verstek werd gevorderd, wel verschijnt. Dit zorgt voor vertraging in de gerechtelijke procedure en voor bijkomende kosten.

We gaan absoluut akkoord met de conclusie over de gevolgen van een beperkte zuiveringsmogelijkheid, maar niet met de interpretatie van de huidige wetgeving en praktijk door de wetgever. De ervaring leert ons namelijk dat artikel 805 Ger.W. zelden belet dat het verstek wordt gezuiverd op een volgende zitting, nadat de eiser de zaak heeft laten uitstellen in staat van verstek. De vraag tot uitstel heeft overigens meestal tot doel de verweerder alsnog de kans te geven om op te dagen, zodat de procedure op tegenspraak kan worden verdergezet.

Om deze reden achten we een wijziging van artikel 805 Ger.W. noodzakelijk noch wenselijk. Enkel wanneer zou blijken dat de rechterlijke macht de lezing van de indieners van het wetsvoorstel structureel volgt, zou dit nuttig zijn.

Maar zelfs dan wijzen we erop dat het voorgestelde derde lid bij artikel 805 Ger.W. niet optimaal is. Zo beperkt het wetsvoorstel de uitbreiding van de zuivering zich tot enkel de eerstvolgende zitting en moet er gewag gemaakt worden van de “verschijnende partijen”.