Ga verder naar de inhoud

OVB kritisch over pandemiewet

vrijdag 12 maart 2021

Voorzitter Peter Callens werd uitgenodigd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers om ons standpunt toe te lichten over de langverwachte pandemiewet van de minister van Binnenlandse Zaken.

We zijn bijzonder kritisch over de definitie en de afkondiging en verlenging van de epidemische noodsituatie. Ook betreuren we dat het voorontwerp nog steeds maatregelen bij MB laat treffen. Daarnaast verzetten we ons tegen de concrete maatregelen die te vaag omschreven worden. Ten slotte zien we problemen rond de strafmaat.

Ben Claes

Jurist studiedienst
Ben Claes

Ulrike Cerulus

Jurist studiedienst
Ulrike Cerulus

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

De federale regering heeft aan de Kamer van volksvertegenwoordigers het voorontwerp van wet overgezonden 'betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische situatie'. Dat is de langverwachte pandemiewet.

Om het parlementaire debat te voeden, organiseert de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken een reeks hoorzittingen met vertegenwoordigers van de academische wereld en de officiële instanties, alsook met vertegenwoordigers van het middenveld.

Voorzitter Peter Callens lichtte er vandaag het standpunt van de OVB toe.

Het voorontwerp zal vervolgens, samen met het advies van de Raad van State en de opmerkingen van de Kamercommissie, voor een tweede lezing worden voorgelegd aan de federale regering.

Standpunt over pandemiewet

De OVB bereidde op vraag van de Kamercommissie een beknopte nota voor. Hieronder leest u onze voornaamste opmerkingen.

Definitie epidemische noodsituatie

We merken op dat de definitie van een "epidemische noodsituatie" voor verbetering vatbaar is. Om misbruik te voorkomen mag die niet te ruim zijn, maar ook niet te restrictief, want anders dreigen toekomstige epidemische noodsituaties er niet onder te vallen.

Volgens de OVB was de voorgestelde definitie paradoxaal genoeg te ruim én te restrictief. We stellen daarom een alternatieve formulering voor.

Afkondiging en verlenging epidemische noodsituatie

Het voorontwerp betrekt eindelijk ook het parlement bij de afkondiging en verlenging van de epidemische noodsituatie. Dat gebeurt bij KB, dat het parlement binnen korte tijd moet bekrachtigen bij wet. De voorziene termijn lijkt ons echter een grondig parlementair debat in de weg te staan.

Verder vrezen we voor tijdelijke rechtsonzekerheid over de rechtsgeldigheid van de maatregelen ter bestrijding van die noodsituatie in de periode tussen de verlenging van die noodsituatie en de bekrachtiging ervan door het parlement.

Maatregelen bij ministerieel besluit

We betreuren dat onder het voorontwerp de minister van Binnenlandse Zaken nog altijd maatregelen bij MB mag treffen. Dat is ongrondwettig, omdat alleen de Koning wetten mag uitvoeren. De maatregelen moeten dus in een KB vervat liggen.

Verder pleiten we voor een meer concrete uitwerking van de proportionaliteitstoets, de invoering van een voorafgaande goedkeuring door de hogere bestuurlijke overheid als burgemeesters of gouverneurs strengere maatregelen treffen, en een spoedige publieke bekendmaking van de rapporten die aan de basis liggen van de getroffen maatregelen.

Wel verzetten we ons in de huidige stand van het recht tegen een wettelijke bekrachtiging van de maatregelen. Dat zou de beroepsmogelijkheden van de burger tegen die maatregelen ernstig inperken.

Concrete maatregelen

We verzetten ons ook tegen de concrete maatregelen die tijdens een epidemische noodsituatie mogelijk zijn. Die maatregelen zijn nu te vaag omschreven en dus in strijd met het grondwettelijke legaliteitsbeginsel.

Beperkingen op grondwettelijke rechten en vrijheden vereisen een voorafgaande tussenkomst van de wetgever, die zelf de essentiële elementen van de regeling moet vastleggen alvorens een uitdrukkelijke en specifieke machtiging aan de Koning te mogen verlenen.

Aan geen van beide criteria is volgens ons voldaan. Vooral de mogelijkheid om "fysieke of sanitaire maatregelen [op te leggen]" stoot ons tegen de borst.

Strafmaat

Verder vrezen we dat de voorziene strafmaat voor inbreuken op de coronamaatregelen onvoldoende rekening houdt met de ernst van een inbreuk, die verschilt naargelang de concrete noodsituatie.

Ook moet volgens ons de mogelijkheid om rekening te houden met verzachtende omstandigheden uitdrukkelijk in de wet worden ingeschreven.

Tot slot pleiten we om voldoende ruimte te bieden voor minnelijke schikkingen, ook bij recidive.

Moet de rechtstaat straks ook aan de beademing?

De OVB heeft samen met de OBFG en de Orde van Advocaten bij het Hof van Cassatie begin februari in een opiniestuk in De Standaard opgeroepen om zo snel mogelijk werk te maken van een pandemiewet.

Ook interessant

Publiekrecht
vrijdag 18 augustus 2023

Koninklijke besluiten voltooien recente procedurele hervorming Raad van State

Recent verschenen twee koninklijke besluiten die het sluitstuk vormen van de procedurele hervorming van Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, eerder dit jaar. Het ene Koninklijk Besluit brengt tal van wijzigingen aan in de procedurereglementen, terwijl het andere “de zaken van hoger algemeen belang” opsomt ten aanzien waarvan het College van korpschefs van de Raad maatregelen kan treffen om die zaken met voorrang te behandelen.

Meer lezen
Publiekrecht
vrijdag 28 april 2023

Kamer keurt procedurele hervorming Raad van State goed

De Kamer stemde op 27 april 2023 in met de hervorming van de procedures bij de Raad van State. Die hervorming beoogt onder meer om de gemiddelde doorlooptijd bij de afdeling bestuursrechtspraak terug te brengen tot 18 maanden.

Meer lezen