Voorzitter op vrijdag: "Toegang tot competent en onafhankelijk juridisch advies moet gegarandeerd zijn, voor vriend én vijand."
Innovatieve oplossingen voor complexe geschillen: een blik op hybride ADR
Hoe geschillen bij aanstelling en opvolging in jeugdzaken voorkomen?
Een nieuwe richtlijn moet meer duidelijkheid bieden bij problemen die zich in de praktijk regelmatig stellen bij aanstelling en opvolging van advocaten in jeugdzaken. Die richtlijn werd toegelicht op onze algemene vergadering van 25 september 2024.
Onze OVB-commissie jeugdrecht stelde een tijd geleden de noodzaak vast om de werkprocessen te verduidelijken die de aanstelling en opvolging van advocaten in jeugdzaken stroomlijnen. De richtlijn is van toepassing op situaties waarin persoonlijke bijstand van de minderjarige zich opdringt onafhankelijk van de wettelijke vertegenwoordiging.
Onze richtlijn bespreekt de volgende scenario’s:
- Aanstelling in geval van keuze door de cliënt van een raadsman buiten de permanentiedienst in het kader van de tweedelijnsbijstand
- Opvolging in geval van vertrouwensbreuk of andere ernstige reden in hoofde van de cliënt
- Aanstelling en/of opvolging van een advocaat met bijzondere opleiding in jeugdzaken ingevolge de Salduz-permanentie
- Aanstelling en/of opvolging in geval de minderjarige cliënt verhoorbijstand genoot van een advocaat die geen bijzondere opleiding in jeugdzaken genoot.
De OVB zal ook de magistratuur inlichten over deze richtlijn.
Download de richtlijn
Ook interessant
Aanstelling van advocaat ad litem door voogd ad hoc aanbevolen
Binnen de commissie rechtshulp (tweedelijnsbijstand) en de commissie jeugd is een richtlijn opgesteld betreffende de voogd ad hoc. In deze richtlijn wordt aanbevolen om in alle gevallen een advocaat ad litem aan te stellen. Tegelijkertijd willen we het debat openen over een structurele oplossing voor de vergoeding van de prestaties van de voogd ad hoc.
Florian Pollefeyt wint Scriptieprijs 2023
Florian Pollefeyt studeerde af aan de faculteit rechtsgeleerdheid en criminologische wetenschappen aan de KU Leuven met eersteklas onderscheiding voor zowel zijn bachelor- als masterdiploma. Met zijn masterproef "(On)zin van de b2b-onrechtmatige bedingenleer na de hervorming van het verbintenissenrecht" heeft hij onze Scriptieprijs ter waarde van 2.500 euro in de wacht gesleept.