Ga verder naar de inhoud

Dub­bel­in­ter­view met Peter Callens en Hilde Melotte Hilde Melotte: "De advocatuur is als de kanarie in de mijn"

vrijdag 09 februari 2024

Hilde Melotte is een ervaren familierechtadvocaat en sinds kort de nieuwe voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie. Naar aanleiding van haar voorzitterschap interviewden wij haar, samen met OVB-voorzitter Peter Callens. Beiden beschikken over hun eigen expertise en bekleden vooraanstaande posities in de advocatuur. Het resultaat van dit gezamenlijke interview is een interessante dialoog waarin zij inzichten delen over de uitdagingen en evoluties binnen het Belgische rechtssysteem.

Dagmar Vanbergen

Medewerker-specialist communicatie
Dagmar Vanbergen 02

Deel dit artikel

Wie is Hilde Melotte?

Mr. Melotte, u bent nu voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie, waar is het voor u allemaal begonnen?

Hilde Melotte: "Ik ben altijd advocate geweest in Leuven, en dat is tot op de dag van vandaag zo. In de jaren negentig deed ik een onvergetelijke stage bij Liliane Versluys, in die tijd een bijzonder kantoor dat doordrongen was van emancipatie en feminisme. Zij zochten een sociaal geëngageerde advocaat-stagiair, en ik herkende mezelf in die beschrijving. Het was een fascinerende stage. Niet eenvoudig, want Liliane is iemand die de lat zeer hoog legt, maar uit onze samenwerking is wel een levenslange vriendschap ontstaan. Na het afronden van mijn stage bouwde ik mijn eigen advocatenkantoor op, niet zo ver van het hare. Na een jaar of acht hebben we onze twee kantoren samengevoegd, waarna we twintig jaar lang intensief hebben samengewerkt tot aan haar pensioen. Ons kantoor, gespecialiseerd in familierecht, is nog steeds een gevestigde waarde op de Vismarkt in Leuven."

Wat is de belangrijkste manier waarop uw ervaring in de juridische wereld (en daarbuiten) u heeft voorbereid op uw rol als voorzitter?

Hilde Melotte: "Met trots kan ik zeggen dat ik al 30 jaar mijn mannetje sta in de complexe wereld van justitie. Ik beweer niet alwetend te zijn, maar mijn jarenlange ervaring heeft mij wel een schat aan inzichten opgeleverd. De Orde van Vlaamse Balies heeft ook een aanzienlijke rol gespeeld in het traject dat ik bij de Hoge Raad voor de Justitie heb afgelegd. Jarenlang was ik actief betrokken bij de Orde van Vlaamse Balies, omdat ik het belangrijk vind om als advocaat beleid te ondersteunen met concrete casuïstiek. Dergelijke betrokkenheid ondersteunt op haar beurt je beleid, omdat je mensen leert kennen die je waardevolle kennis en inzichten bieden die je anders niet zou hebben. Dat is voor mij een goede leerschool geweest. Mijn betrokkenheid omvatte het voorzitterschap van de commissie juridische bijstand, het organiseren van studiedagen waarbij we problematieken vanuit diverse perspectieven bekeken, en lidmaatschap van de Algemene Vergadering, waar ik leerde om het debat aan te gaan in een omgeving met een rijkdom aan meningen. Toen ik het gevoel had dat ik er klaar voor was, heb ik mij kandidaat gesteld voor de Hoge Raad voor de Justitie en heeft de OVB mijn kandidatuur gesteund, waarvoor ik hen voor altijd dankbaar zal zijn."

Wat motiveert u persoonlijk om, op beleidsniveau, een leidende rol te spelen in het rechtssysteem van ons land?

Hilde Melotte: "Ik heb altijd gezegd dat justitie mijn grote liefde is in het leven. Het klinkt wellicht wat pathetisch, maar het is oprecht zo. Voor mij staat justitie centraal, en ik ben gedreven door de wens om rechtzoekenden met een prangend probleem te helpen. Hoe kan die persoon een oplossing vinden? Dat is de kern van mijn motivatie. Meer dan een loutere interesse eigenlijk; het is een diepgewortelde overtuiging dat het rechtssysteem moet dienen als een toegankelijk en effectief middel om mensen te helpen bij het oplossen van hun juridische uitdagingen."

Dub­bel­in­ter­view Peter Callens, OVB-voorzitter, en Hilde Melotte, voorzitter Hoge Raad voor de Justitie

Welke uitdagingen zien jullie momenteel voor de rechtstaat in België?

Peter Callens: "Ik zie het als een noodzaak dat we evolueren naar een land dat geen veroordelingen meer oploopt bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Dat zou echt onze doelstelling nummer één moeten zijn. Er zijn immers structurele problemen die dringend aangepakt moeten worden. Denk aan ongeveer 25 veroordelingen vanwege de gerechtelijke achterstand in Brussel, talloze veroordelingen vanwege de toestand in de gevangenissen en ook pijnlijke veroordelingen wegens het niet naleven van vonnissen uitgesproken ten nadele van de staat. Ik geloof dat dit haalbare doelen zouden moeten zijn in ons land. Natuurlijk zijn er nog veel andere zaken die aangepakt kunnen worden, maar ik begrijp dat er prioriteiten gesteld moeten worden. En voor mij is dit prioriteit nummer één."

Hilde Melotte: "Ik kan dat enkel beamen. Je merkt het bijvoorbeeld ook bij jeugdzaken waar jeugdrechters er niet in slagen om een beslissing die ze genomen hebben uit te voeren. Ik denk dat dit een goede prioritaire doelstelling is; het is belangrijk dat de rechter en de rechtstaat in staat zijn om beslissingen te nemen en deze daadwerkelijk uit te voeren. De Belgische staat moet, als rechtstaat, daartoe in staat zijn."

"Het is belangrijk dat de rechter en de rechtstaat in staat zijn om beslissingen te nemen en deze daadwerkelijk uit te voeren."
— Hilde Melotte, Voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie

Peter Callens: "Ik ben ervan overtuigd dat deze uitdagingen in een breder perspectief moeten worden geplaatst dan louter als problemen die moeten worden opgelost. Het gaat niet alleen om de specifieke zaken die aangepakt moeten worden, maar om de geloofwaardigheid van ons gehele rechtssysteem. Die geloofwaardigheid bepaalt volgens mij het socio-economisch klimaat waarin mensen leven. Het beïnvloedt de vraag of bedrijven ervoor kiezen om in België te investeren, dan wel of ze twijfels moeten hebben over de betrouwbaarheid van de overheid.

Natuurlijk gaat het in de eerste plaats en op korte termijn over het lot van individuele mensen, zoals asielzoekers en gevangenen die in mensonwaardige omstandigheden leven. Maar het is meer dan dat, het probleem overstijgt de individuele gevallen. In dit alles speelt de advocatuur een bijzondere rol. Wij komen met deze problematieken in aanraking, en fungeren als een graadmeter voor hoe de maatschappij functioneert. In dit licht zie ik de opdracht van de OVB als niet alleen van belang voor de beroepsgroep zelf, maar als een cruciale bijdrage aan het fundament van onze maatschappij. Het is wellicht wat groots uitgedrukt, maar ik zie daarin wel een groot stuk van de opdracht van de OVB."

Hilde Melotte: "Ja, de advocatuur is vergelijkbaar met de kanarie in de mijn. Het is juist dat wij als advocaat vaak als eerste aanvoelen dat het niet goed loopt."

"Ik zie het als een noodzaak dat we evolueren naar een land dat geen veroordelingen meer oploopt bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg."
— Peter Callens, Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Hoe zien jullie de rol van de Hoge Raad voor de Justitie en de Orde van Vlaamse Balies in het waarborgen van de rechtstaat, haar geloofwaardigheid en het beschermen van mensenrechten in België?

Hilde Melotte: "Onze voornaamste missie is het bouwen aan vertrouwen, en daarvoor zijn we ook opgericht. Het gaat om het herstel van het vertrouwen dat ooit geschonden werd, sinds Dutroux, en het beschermen van de belangen van de rechtzoekenden. Dit vormt voor mij altijd het uitgangspunt."

Peter Callens: "Precies. En onze rollen zijn eigenlijk complementair. De OVB staat natuurlijk in voor de belangen van de advocatuur, maar indirect sta je dan ook in voor een veel breder belang. En ik herhaal het: wij zijn eigenlijk degenen die, om het simpel te zeggen, de vinger op de zere plek kunnen leggen. Als beroepsgroep zijn we in eerste instantie de ooggetuigen van wat er gebeurt in het rechtssysteem, maar we hebben het voordeel dat wij de mogelijkheid hebben om dat vanuit onze eigen invalshoek aan te kaarten.

Niet te vergeten, het Gerechtelijk Wetboek geeft de orde van Vlaamse Balies ook de opdracht om de belangen van de rechtzoekenden te ondersteunen, dat doen we ook, bijvoorbeeld via advocaat.be. Dus om het cru te zeggen: wij zijn niet te reduceren tot de vakbond van de advocatuur. We staan in voor de belangen van de advocaat én die van de rechtzoekende. Het is die maatschappelijke functie die ik hier toch wil onderstrepen, en die is helemaal parallel en complementair aan wat de Hoge Raad voor de Justitie doet."

Welke uitdagingen of verbeteringen kunnen volgens jullie het vertrouwen in de rechtsgang herstellen? En welke rol kunnen de Hoge Raad voor de Justitie en de Orde van Vlaamse Balies hierin spelen?

Hilde Melotte: "De maatschappelijke reactie op het Reuzegomproces heeft ons aangezet om actie te ondernemen. We hebben bijvoorbeeld een werkgroep opgezet die zich buigt over het vraagstuk van klassenjustitie. Wat houdt het precies in? Hoe definiëren we het? En nog belangrijker, welke stappen kunnen we ondernemen om dit aan te pakken en wat hebben we daarvoor nodig? We hebben behoefte aan wetenschappelijk onderzoek. We moeten begrijpen wat er gaande is en wat de concrete stappen zijn om hier verandering in te brengen. Maar natuurlijk, zoals zo vaak het geval is, hangt het af van middelen en financiële steun om dit wetenschappelijk onderzoek op grote schaal uit te voeren. Dit is de fase waarin we ons nu bevinden.

Ik zie ook uitdagingen in het functioneren van justitie zelf. Als ik het vanuit het perspectief van de Hoge Raad bekijk, stel ik mezelf vragen zoals: zijn er voldoende magistraten, en zijn ze adequaat opgeleid voor hun taak? Vooral in deze tijd, waarin maatschappelijke regels complexer worden, is het essentieel dat de magistraten goed zijn toegerust. Maar het gaat niet alleen om de mensen; het gaat ook om de middelen en de faciliteiten. Zijn er genoeg middelen toegewezen aan justitie in het verleden? Zijn de gebouwen geschikt en up-to-date?"

Peter Callens: "Een uitdaging waar we regelmatig tegenaan botsen, en dit geldt niet alleen voor ons maar voor het hele rechtssysteem, is dat wij als juridische professionals gedreven worden door dossierkennis, nuancering, en een diepgaande kennis van het recht en de procedures. Dit zijn vaardigheden die niet altijd het belangrijkste kenmerk zijn van degenen die het luidst roepen. Door onze natuurlijke neiging tot discretie staan wij niet altijd in het centrum van het debat. Misschien moeten we hier verandering in brengen?

Het is belangrijk om te begrijpen dat magistraten, wanneer ze een uitspraak doen in een zaak, alles wat ze te zeggen hebben in die uitspraak verwerken. Voor hen is het dan ‘Schluss’, het verhaal eindigt daar. Ze hebben niet de mogelijkheid om opnieuw voor de camera te verschijnen en te zeggen: "Wat ik eigenlijk wilde zeggen is dit en dat." Het werk van een rechter in een zaak is een afgerond geheel. Een advocaat verdedigt zijn cliënt, en alles wat hij buiten de rechtszaal zegt, moet in het belang van zijn cliënt zijn. Als hij dat niet doet, treedt hij buiten zijn rol. We leggen onszelf dus beperkingen op in onze openbare communicatie. Dit resulteert echter in een kennisachterstand bij het zogenaamde ‘grote publiek’. Het is daarom van groot belang dat we extra inspanningen leveren om uit te leggen hoe het rechtssysteem werkt. Als we hierin slagen, al realiseren we ons dat we niet iedereen kunnen bereiken, zie ik kans op verbetering. Dit betekent echter ook dat we moeten uitleggen waar de zaken niet goed lopen, en eerlijk communiceren over de uitdagingen die voor ons liggen."

Hilde Melotte: "Ja, efficiënte communicatie is van cruciaal belang, ook vanuit justitie zelf. Het is niet alleen aan individuen, maar ook aan justitie om actief te communiceren, zelfs over moeilijke onderwerpen. Dit kan alleen maar bijdragen aan een verbeterd begrip en gezonde interactie."

U zegt dat de juridische wereld misschien te discreet te werk gaat om de kenniskloof te dichten. Welke initiatieven lijken jullie noodzakelijk om hier verandering in te brengen?

Hilde Melotte: "Wat betreft justitie, denk ik dat het al een belangrijke stap vooruit is als ze erkennen dat communicatie cruciaal is. Het bewustzijn dat er uitleg nodig is, lijkt aanwezig te zijn. “Inderdaad, zo zijn er nu al persrechters”, merkt Peter Callens op.

Op LinkedIn zag ik dat ze in Antwerpen al inzetten op het uitleggen van belangrijke vonnissen. Dit gaat verder dan alleen het publiceren van het vonnis op de website. Ze nemen de tijd om een specifieke zaak en de redenering van de rechter uit te leggen, wat ik zeer waardevol vind.

Misschien, zonder kritiek te willen uiten, zou het nog efficiënter kunnen zijn als er dus niet alleen een publicatie van het vonnis op de website is, maar ook een samenvatting of uitleg die meer toegankelijk is voor het bredere publiek. Het zou zelfs overwogen kunnen worden om persconferenties te organiseren waarbij journalisten de gelegenheid krijgen om vragen te stellen en een dieper begrip te krijgen van het arrest en de juridische redenering erachter. Dat zou een manier zijn om de complexiteit van het rechtssysteem toegankelijker te maken voor een breder publiek."

Peter Callens: "Een interessante benadering, inderdaad. Tot ongeveer drie jaar geleden koesterden we het idee dat informatie die beschikbaar was binnen de advocatuur binnenskamers moest blijven. Er was een zekere terughoudendheid om informatie publiekelijk beschikbaar te stellen. Echter, die filosofie hebben we omgekeerd en we zijn nu van mening dat wat wij aan informatie bezitten, eigenlijk publiek is, behalve wat van nature niet openbaar kan zijn vanwege bijvoorbeeld wettelijke geheimhoudingsverplichtingen die de privacy van mensen beschermen of omdat het over vertrouwelijke, interne of voorbereidende documenten gaat. Een treffend voorbeeld van deze ommezwaai is te zien in de tuchtrechtspraak. De beslissingen zijn nu transparant en beschikbaar op de website, zij het geanonimiseerd. We gaan zelfs nog verder door samenvattingen van deze zaken te maken, en er zijn plannen om tutorials te ontwikkelen, zoals over tuchtprocedures tegen advocaten. We hebben gemerkt dat mensen soms niet goed weten hoe ze zo'n procedure moeten aanpakken of een dossier moeten opbouwen. Door dit in begrijpelijke taal uit te leggen, hopen we dat het toegankelijker wordt voor een breder publiek.

De langverwachte databank van justitie zou in de toekomst alle vonnissen en arresten beschikbaar moeten stellen. Dat zal ook een zeer belangrijke kentering kunnen teweegbrengen. Het Grondwettelijk Hof geeft hierin het goede voorbeeld. Op de dag van de uitspraak wordt er een begrijpelijke persmededeling gepubliceerd, waarin de essentie van de beslissing wordt uitgelegd. Het zou fantastisch zijn als we in grote, mediagenieke zaken een vergelijkbare aanpak kunnen volgen. Dit vereist natuurlijk toewijding, budget en middelen, maar het zou een enorme stap vooruit betekenen in het toegankelijk maken van juridische informatie voor het bredere publiek."

"Het is van cruciaal belang dat mensen in kwetsbare situaties toegang hebben tot kwalitatieve juridische ondersteuning."
— Hilde Melotte, Voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie

Wat is jullie visie op het vergroten van toegankelijkheid van justitie voor alle burgers, ongeacht hun achtergrond of financiële middelen?

Hilde Melotte: "Momenteel beschikken we al over een uitgebreid systeem van eerstelijns- en tweedelijnsbijstand in de juridische dienstverlening. Mijn overtuiging is dat we ons moeten focussen op het waarborgen van kwaliteitsvolle dienstverlening binnen het bestaande systeem. Het is van cruciaal belang dat mensen in kwetsbare situaties toegang hebben tot kwalitatieve juridische ondersteuning.

Daarnaast is er een groep mensen die buiten dit systeem valt, maar die evenzeer worstelt met de kost van juridische bijstand. Voor hen blijft dit een hindernis om de stap naar de rechter te zetten. Het is duidelijk dat hier al enig denkwerk rond is verricht, bijvoorbeeld de rechtsbijstandsverzekering of hoe advocaten zich kunnen organiseren om te werken voor mensen binnen een bepaalde inkomstencategorie."

Peter Callens: "Absoluut, volledig mee eens! Maar als ik onze situatie vergelijk met die in het buitenland, mogen we gerust stellen dat we niet slecht voorzien zijn op het gebied van rechtshulp. Ons systeem van eerste- en tweedelijns-bijstand functioneert goed, en wij doorstaan de vergelijking met andere landen met glans. Een grote zegen is dat de advocatuur in ons land nog steeds een sterk engagement heeft om zich in te zetten voor de meest behoevende in het kader van het BJB (Bijzondere Juridische Bijstand). In Nederland, bijvoorbeeld, waar een vergelijkbaar systeem bestaat, verneem ik dat ze grote moeite hebben om advocaten te vinden die bereid zijn BJB-zaken te behandelen. In Nederland gaat het daarbij vooral om oudere advocaten die op een gegeven moment onvermijdelijk het beroep verlaten. Zo is er daar als het ware bloedarmoede ontstaan om die zaken nog gedaan te krijgen. Dat is een heel fundamenteel probleem, dat wij bij ons niet zien. En dat is dankzij het feit onder meer dat we de stagiairs kunnen inzetten voor dat soort werk en hen zo vertrouwd maken met dit soort werk. Na hun stage blijven velen zich doorheen hun carrière inzetten voor BJB-zaken. Dus laten we, ondanks de ruimte voor verbetering, erkennen dat we het op dat punt niet slecht doen. Het mag ook wel eens gezegd worden."

Zijn er nog specifieke prioriteiten of doelen die u echt hoopt te bereiken tijdens een mandaat?

Hilde Melotte: "Mijn dagelijkse werk wordt vaak onderbroken door dringende zaken die onmiddellijke aandacht vereisen. Het is dus niet zo dat ik iedere dag in hoofdzaak met een beleid op lange termijn bezig kan zijn, de ene week misschien wel, en de andere week is het misschien weer even alle hens aan dek. Toch beschouw ik het optimaliseren van de Justitiebarometer en het meten van het vertrouwen als een essentiële taak die ik op lange termijn wil verwezenlijken, samen met het aanpakken van eventuele problemen die we onderweg tegenkomen."

Peter Callens: "Ik vind dat onderzoek zeer belangrijk. We leven in een diverse maatschappij, en dat zal niet veranderen. Als er zich dus bepaalde fenomenen zouden voordoen, zoals een ongelijke behandeling, is het cruciaal dat objectief onderzoek die problemen aan het licht brengt. We moeten er absoluut voor zorgen dat justitie op de maat blijft van de bevolking en dat er geen onderscheid gemaakt wordt naar socio-economische achtergrond, afkomst, godsdienst of wat het ook moge zijn."

Is meer een diversiteit binnen de rechtspraktijk, zowel onder rechters als advocaten, ook een prioriteit?

Hilde Melotte: "Klopt, we leven in een diverse, boeiende maatschappij. Ik vind het dan ook belangrijk dat justitie daarmee in contact blijft én daar ook een afspiegeling van kan vormen."

Peter Callens: "Als stafhouder viel het mij op dat de advocatuur op dat vlak wel evolueert. Als ik het zo mag uitdrukken, evolueren de kandidaat-advocaten die aan een balieloopbaan beginnen, van een unaniem autochtoon en wit publiek naar een veel diverser publiek. De namen die je hoort bij de eedaflegging weerspiegelen deze evolutie. Ik hoop dat deze positieve verandering zich voortzet in de latere generaties én op de posities met verantwoordelijkheid binnen de balie.

De advocatuur blijkt een vruchtbare kweekvijver voor magistraten. Niet alle magistraten komen uit de advocatuur, maar toch veel, en gelukkig maar. Maar daar zie je toch dat de drempel voor allochtone advocaten om rechter of procureur te worden groter is. Interessant genoeg lijkt de weg naar een benoeming als rechter of procureur voor allochtone advocaten aanzienlijk belemmerd. De redenen hiervoor zijn niet direct duidelijk en ik heb hier geen pasklaar antwoord op. Wellicht zal deze situatie op natuurlijke wijze evolueren, vergelijkbaar met wat we hebben gezien bij de genderdiversiteit in de juridische beroepen, maar misschien is dat niet genoeg."

Hilde Melotte: "Inderdaad, ik vind het belangrijk dat iedereen die de wens heeft om advocaat te worden dat ook moet kunnen. Maar die wens is geen losstaande gebeurtenis, het is het begin van een hele keten: van het (secundaire) onderwijs, de universitaire rechtenstudies, de advocatuur tot de effectieve doorstroming naar de magistratuur. De toegang tot de magistratuur is natuurlijk niet eenvoudig, de Hoge Raad hanteert hoge normen. Maar uiteindelijk moet je het zelfbewustzijn en zelfvertrouwen hebben om te denken dat jij een goede magistraat zou zijn, daar komt het steeds op neer. Eenieder die magistraat wil worden moet die klik zelf maken. We moeten blijven selecteren op kwaliteit, die is zeker aanwezig bij de jonge generatie, maar we zullen misschien stappen moeten nemen om mensen aan te moedigen en om dat zelfbewustzijn aan te wakkeren."

"Het gaat niet alleen om onderhandelen, zoals sommige advocaten benadrukken. Het draait eerder om het samen vergroten van begrip, zodat beide partijen zich gehoord voelen."
— Hilde Melotte, Voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie

Hoe zien jullie de balans tussen de ‘traditionele juridische normen’ en de veranderende maatschappelijke normen en verwachtingen?

Hilde Melotte: "Wel, het is fascinerend om te zien hoe de verwachtingen van mensen ten aanzien van justitie de afgelopen twintig of dertig jaar zijn geëvolueerd, met daarbij de nodige antwoorden die zijn ontstaan. Neem bijvoorbeeld alternatieve geschillenregeling, een concept dat in de loop der jaren steeds meer is geprofessionaliseerd en een bijna onafhankelijke entiteit naast de juridische dienstverlening is geworden. Persoonlijk ben ik van mening dat het niet een kwestie is van 'of-of', maar eerder van 'en-en'. Soms is het van cruciaal belang om recht te spreken, terwijl op andere momenten de nadruk ligt op het bereiken van overeenstemming. Ik heb altijd geloofd in het belang van het voeren van gesprekken en het proberen te bereiken van overeenstemming, zelfs tot aan de deur van de zittingszaal, om op zijn minst tot een akkoord te komen over een deelaspect.

Je mag de impact van "het zwart-wit-verhaal" in de rechtbank niet onderschatten. Ook niet op lange termijn en in situaties waar partijen nog een gemeenschappelijke toekomst hebben. Zo is een aanhoudend conflict na scheiding nefast, zeker wanneer je het ouderschap nog deelt.

Niet alle geschillen belanden nu voor de rechter, en gelukkig maar. Het doel van geschillenoplossing is het vermijden van juridische procedures, zoals ook opgemerkt door het Grondwettelijk Hof. Preventief nadenken over oplossingen en proactief geschillen vermijden zijn de nieuwe uitgangspunten."

Peter Callens: "In een ideale wereld worden geschillen onderling opgelost zonder advocaten. Als dat niet lukt kunnen advocaten een actieve rol spelen. Daarvoor zijn allerlei mechanismen van geschillenoplossing. Als dat nog niet voldoende is, moet je gaan procederen, maar dat is het laatste redmiddel. Het is onvermijdbaar dat een rechter soms de knoop nog moet doorhakken, en dan moet het geschil ook opgelost worden volgens de regels van het recht."

Hilde Melotte: "In die zin moeten we ook nadenken over hoe juristen opgeleid worden. Juridische kennis is slechts een aspect; er zijn ook andere vaardigheden nodig zoals lezen, luisteren, en het kunnen voeren van gesprekken. Het gaat niet alleen om onderhandelen, zoals sommige advocaten benadrukken. Het draait eerder om het samen vergroten van begrip, zodat beide partijen zich gehoord voelen. Kunnen zien wat ons verbindt, kan soms even belangrijk zijn als de kennis die advocaten tijdens hun opleiding verwerven – misschien moeten we soms allemaal een beetje filosoof zijn."

Peter Callens: "Dat onderschrijf ik graag!"

Hilde Melotte: "In de afgelopen dertig jaar heb ik een opmerkelijke verandering opgemerkt: steeds meer mensen verdedigen zichzelf persoonlijk, zonder vertegenwoordiging door een advocaat. Dit vormt een uitdaging, niet alleen voor advocaten maar ook voor magistraten, omdat het vereist dat het woordgebruik toegankelijker is voor leken. De vraag rijst: hoe ver moeten we hierin gaan? Deze verschuiving wordt waarschijnlijk gedreven door een grotere mondigheid en toegang tot kennis, al dan niet betrouwbaar, via internet."

Peter Callens: "Ja, we zien die tendens ook weerspiegeld in de tuchtprocedures tegen advocaten. Zo worden er vaak klachten ingediend tegen de advocaat van de tegenpartij, meestal door mensen die zelf niet bijgestaan zijn door een advocaat. Eerst was er ‘Dokter Google’, nu ook ‘Meester Google’: mensen beginnen dingen bij elkaar te sprokkelen die helaas meestal juridisch niet erg koosjer zijn. Het recht is natuurlijk enorm complex voor wie geen juridische opleiding heeft en, naast de occasionele toevalstreffer, hadden de meesten zich toch wel beter laten bijstaan door een advocaat. Het is echter een realiteit waarmee we moeten omgaan en ons op moeten aanpassen."

Ook interessant

Community
dinsdag 30 april 2024

Oproep kandidaat voor wetenschappelijk comité IGO

In het Belgisch Staatsblad van 25 april 2024 werd een oproep tot kandidaat bekendgemaakt voor een mandaat van lid van het wetenschappelijk comité van het Instituut voor gerechtelijke opleiding waaronder één advocaat. Bent u geïnteresseerd? Stel u dan kandidaat ten laatste op 23 mei 2024.

Meer lezen
Community
dinsdag 30 april 2024

Kansspelcommissie informeert professionals met bijgewerkte brochure over spelerbescherming

De Kansspelcommissie (KSC), de officiële regulator van de kansspelsector, heeft haar recent geactualiseerde brochure gelanceerd, gericht op professionals die in contact komen met personen met gokproblemen. Deze brochure belicht de verschillende uitsluitingsprocedures zoals voorzien in de Kansspelwet, evenals beschikbare hulp voor spelers in moeilijkheden.

Meer lezen