Ga verder naar de inhoud

De voorzitter op vrijdag: "Geloof in de toekomst is wat we nodig hebben"

vrijdag 26 januari 2024

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Peter Callens

Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Portret voorzitter Peter Callens

Deel dit artikel

‘I believe in yesterday’, vereeuwigde Paul McCartney in de Beatles-song uit 1965. Om het heden te vatten moet je het verleden begrijpen. Misschien moet je er ook, zoals Sir Paul, in geloven. Als advocaat geloven in de waarden die in het verleden opgebouwd zijn en tot vandaag niets van hun schittering verloren hebben: dat geloof is een sterkte en een rijkdom.

Exact 80 jaar geleden, op 26 januari 1944, noteerde de Franse advocaat Maurice Garçon in zijn oorlogsdagboek: ‘Men meldt mij het overlijden van mijn confrater Python. De Duitsers hadden hem enkele maanden geleden gearresteerd. De redenen voor zijn gevangenneming waren nogal duister. Men zei dat hij geweigerd had de naam van een cliënt te verklappen, een daad van een honnête homme.’ Dat soort waarden. Python liep in de gevangenis een longontsteking op, werd vrijgelaten maar bezweek aan de ziekte. Voor die confrater buig ik met eerbied het hoofd.

Geloven in het verleden is prima, maar het is geloof in de toekomst dat wij nodig hebben. Welnu, dat geloof wordt op de proef gesteld.

Een goed menende rechter, die lang advocaat was, belde mij op. Hij wilde bij het begin van dit nieuwe jaar zijn hart luchten. Het beroep van advocaat is zo mooi, luidde het, maar gaat het wel goed met ons? Waar zijn de omgangsvormen gebleven? Advocaten laten zich niet meer voorstellen, stellen zichzelf niet voor en begroeten de rechter niet. De rechter doet het dan maar zelf. Een advocaat luistert zijn pleidooi op met een zwalpende kauwgom tussen zijn tanden. Je hoort dat het smaakt. Het deed mij denken aan het verhaal, toen ik stafhouder was, van de advocaat die na een tennispartij over zijn short een toga aangetrokken had. Lange broek thuis vergeten en tijdsgebrek, een ideaal recept om je behaarde benen te showen in de rechtszaal.

En dan de tanende kwaliteit van sommige conclusies, gelukkig geen veralgemeend verschijnsel. Geen structuur, geen gekwantificeerde vordering, zodat de rechter bijgod niet weet tot welk bedrag hij moet veroordelen. Een uitdrijving vragen zonder het adres te vermelden. Er is nog werk aan de winkel in de stageschool, point taken. En de puntigheid van de geest is zoals een potloodpunt, schreef de criticus Sainte-Beuve, je moet ze voortdurend bijslijpen.

Het gesprek eindigde op een positieve noot. De rechter blijft geloven in ons beroep en weigert veralgemening. Hij moest het eens kwijt en putte moed uit zijn optimisme. Moed en weemoed, ze liggen soms niet ver uit elkaar.

De actualiteit bood nog meer redenen tot weemoed.

Gezegend, zou je denken, is het land dat zich kan verblijden over niet één, maar twee ministers van Justitie. Dat ‘gezegend’ moet u in het geval van de Vlaamse minister van Justitie niet te letterlijk opnemen. Zij wond zich op, in een post op LinkedIn, over een bericht in het Nieuwsblad dat de Kerk ‘toch in beroep gaat tegen verplichting om wie dat wenst echt uit doopregister te schrappen.’ Onze minister commentarieerde: ‘Je moet het lef maar hebben’ en postte aan het adres van de Kerk een vlammende tirade over het pedofilieschandaal. Dat had de Kerk ertoe moeten bewegen, blijkbaar, om zich zonder verhaal neer te leggen bij de beslissing van de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Gedrevenheid is goed, maar heeft de minister hier gelijk? Neen. Ik noem drie redenen.

Allereerst, de beslissing behoort, zoals alle beslissingen van de GBA, tot onze rechtsorde. Zij is vatbaar voor hoger beroep bij het Marktenhof, binnen een termijn van 30 dagen. Dat een procespartij ongezegend gestrikt zit in een afschuwelijk schandaal verandert niets. Sterker nog, rechtsmiddelen binnen de rechtstaat zijn er uitgerekend om verguisde, verzwakte of schuld dragende partijen toch een gelijke toegang tot het recht te geven, of zij nu katholiek, atheïstisch of een andere levensbeschouwing toegedaan zijn. Ondanks alle volkswoede, en spijts nakende verkiezingen.

En een gelijke toegang tot de rechter. Want hoe geverseerd de GBA ook is in privacybescherming, zij is de rechterlijke macht niet.

Dat alles is niet alleen een juridische kwestie: het is een uiting van beschaving.

Twee, een minister van Justitie hoort de rechtsorde te verdedigen in de concrete rechtszaken die zich aandienen. Zij geeft geen mening over hoe de finale beslissing moet luiden. Natuurlijk heeft zij recht op haar eigen opvattingen, zij mag de Kerk naar de verdoemenis wensen. Als zij meent dat de rechtsorde anders moet, heeft zij als geen ander de troeven in handen om de wet te wijzigen. Niet de grondrechten: die liggen vast op een hoger echelon.

Drie, de 60 blz. lange beslissing van de GBA vermeldt niet de reden van het verzoek tot schrapping uit de kerkregisters. Het pedofilieschandaal komt nergens aan bod. Mogelijk speelde het mee, maar het was in de beslissing geen relevant gegeven. Was die nuancering teveel gevraagd?

Dan onze federale minister. Hij betuigt zijn sympathie voor de advocatuur, waarvoor dank, maar klaagt, in l’Echo van 20 januari, dat sommige advocaten dossiers ‘blokkeren’, proceduremisbruik plegen en zo zorgen voor gerechtelijke achterstand. Dat herhaalt hij in verband met, volgens hem, abusieve wrakingen. Hij stelt dat de stafhouders dit deontologisch moeten beteugelen. Dat kan ik niet zomaar bijtreden. Procedureregels staan in de wet en rechters hebben middelen om proceduremisbruik te beteugelen. Dat geldt ook voor onterechte wrakingen. Misbruik door advocaten kan leiden tot tuchtvervolging, maar gegronde klachten daarover zijn schaars. Noemenswaardige invloed op de algemene achterstand is twijfelachtig en niet aangetoond.

Elders beklaagt de minister zich over sommige te lange of warrige conclusies als oorzaak voor vertraging. De minister zit op het spoor van de rechter die mij belde. Wij durven de hand in eigen boezem steken: de kunst om helder en beknopt te schrijven hebben wij niet allemaal onder de knie. Wij gaan daarop inzetten, de minister heeft een punt. Maar de onbewezen stelling dat de gerechtelijke achterstand op ons conto komt, die betwist ik met klem.

Mijn excuus voor de vele fundamentele debatten in wat één heldere en beknopte column moest worden. Maar met zoveel thema’s valt het niet mee, beknopt te blijven…

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Ook interessant

Voorzitter op vrijdag
vrijdag 19 april 2024

Voorzitter op vrijdag: "Diep vanbinnen gaat het om meer dan de staat van het gerechtsgebouw"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen
Community Interview
maandag 15 april 2024

Kat Van Nuffel: "Ik zie meer dan ooit bereidheid to walk the talk"

Kat Van Nuffel is een toonaangevend figuur in HR en diversiteit en inclusie beleid, en voorzitter van de Legal Diversity & Inclusion Alliance. Haar passie voor diversiteit, gelijkheid en inclusie zal bijdragen tot een interessant debat tijdens de sessie 'Diversiteit en inclusie in de advocatuur' op het OVB Congres op 26 april. In dit interview benadrukt ze het belang van open dialoog en het omarmen van werknemersfeedback.

Meer lezen