Ga verder naar de inhoud

Standpunt pandemiewet

Ben Claes

Jurist studiedienst
Ben Claes

Deel dit artikel

Op vraag van de Kamer van Volksvertegenwoordigers bereidde de OVB een standpunt voor over het voorontwerp van pandemiewet. Voorzitter Callens lichtte ons standpunt op 12 maart in de commissie Binnenlandse zaken toe.

We zijn bijzonder kritisch over de definitie en de regeling voor de afkondiging en verlenging van de epidemische noodsituatie. Ook betreuren we dat het voorontwerp nog steeds maatregelen bij MB laat treffen. Daarnaast verzetten we ons tegen de concrete maatregelen die te vaag omschreven worden. Ten slotte zien we problemen rond de strafmaat.

De federale regering heeft aan de Kamer van volksvertegenwoordigers het voorontwerp van wet overgezonden 'betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische situatie'. Dat is de langverwachte pandemiewet.

Om het parlementaire debat te voeden, organiseerde de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken een reeks hoorzittingen met vertegenwoordigers van de academische wereld en de officiële instanties, alsook met vertegenwoordigers van het middenveld.

Voorzitter Peter Callens lichtte er op 12 maart het standpunt van de OVB toe.

Het voorontwerp zal vervolgens, samen met het advies van de Raad van State en de opmerkingen van de Kamercommissie, voor een tweede lezing worden voorgelegd aan de federale regering.

Standpunt over pandemiewet

De OVB bereidde op vraag van de Kamercommissie een beknopte nota voor. Hieronder leest u onze voornaamste opmerkingen.

Definitie epidemische noodsituatie

We merken op dat de definitie van een "epidemische noodsituatie" voor verbetering vatbaar is. Om misbruik te voorkomen mag die niet te ruim zijn, maar ook niet te restrictief, want anders dreigen toekomstige epidemische noodsituaties er niet onder te vallen.

Volgens de OVB was de voorgestelde definitie paradoxaal genoeg te ruim én te restrictief. We stellen daarom een alternatieve formulering voor.

Afkondiging en verlenging epidemische noodsituatie

Het voorontwerp betrekt eindelijk ook het parlement bij de afkondiging en verlenging van de epidemische noodsituatie. Dat gebeurt bij KB, dat het parlement binnen korte tijd moet bekrachtigen bij wet. De voorziene termijn lijkt ons echter een grondig parlementair debat in de weg te staan.

Verder vrezen we voor tijdelijke rechtsonzekerheid over de rechtsgeldigheid van de maatregelen ter bestrijding van die noodsituatie in de periode tussen de verlenging van die noodsituatie en de bekrachtiging ervan door het parlement.

Maatregelen bij ministerieel besluit

We betreuren dat onder het voorontwerp de minister van Binnenlandse Zaken nog altijd maatregelen bij MB mag treffen. Dat is ongrondwettig, omdat alleen de Koning wetten mag uitvoeren. De maatregelen moeten dus in een KB vervat liggen.

Verder pleiten we voor een meer concrete uitwerking van de proportionaliteitstoets, de invoering van een voorafgaande goedkeuring door de hogere bestuurlijke overheid als burgemeesters of gouverneurs strengere maatregelen treffen, en een spoedige publieke bekendmaking van de rapporten die aan de basis liggen van de getroffen maatregelen.

Wel verzetten we ons in de huidige stand van het recht tegen een wettelijke bekrachtiging van de maatregelen. Dat zou de beroepsmogelijkheden van de burger tegen die maatregelen ernstig inperken.

Concrete maatregelen

We verzetten ons ook tegen de concrete maatregelen die tijdens een epidemische noodsituatie mogelijk zijn. Die maatregelen zijn nu te vaag omschreven en dus in strijd met het grondwettelijke legaliteitsbeginsel.

Beperkingen op grondwettelijke rechten en vrijheden vereisen een voorafgaande tussenkomst van de wetgever, die zelf de essentiële elementen van de regeling moet vastleggen alvorens een uitdrukkelijke en specifieke machtiging aan de Koning te mogen verlenen.

Aan geen van beide criteria is volgens ons voldaan. Vooral de mogelijkheid om "fysieke of sanitaire maatregelen [op te leggen]" stoot ons tegen de borst.

Strafmaat

Verder vrezen we dat de voorziene strafmaat voor inbreuken op de coronamaatregelen onvoldoende rekening houdt met de ernst van een inbreuk, die verschilt naargelang de concrete noodsituatie.

Ook moet volgens ons de mogelijkheid om rekening te houden met verzachtende omstandigheden uitdrukkelijk in de wet worden ingeschreven.

Tot slot pleiten we om voldoende ruimte te bieden voor minnelijke schikkingen, ook bij recidive.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Ben Claes

Jurist studiedienst

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Publiekrecht
vrijdag 18 augustus 2023

Koninklijke besluiten voltooien recente procedurele hervorming Raad van State

Recent verschenen twee koninklijke besluiten die het sluitstuk vormen van de procedurele hervorming van Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, eerder dit jaar. Het ene Koninklijk Besluit brengt tal van wijzigingen aan in de procedurereglementen, terwijl het andere “de zaken van hoger algemeen belang” opsomt ten aanzien waarvan het College van korpschefs van de Raad maatregelen kan treffen om die zaken met voorrang te behandelen.

Meer lezen
Strafrecht Standpunt
vrijdag 12 mei 2023

Nieuwe SMS, nieuwe bezwaren

Het kabinet Justitie heeft haar vierde poging om justitie menselijker, sneller en straffer te maken ingediend in de Kamer. We bekijken het ontwerp kritisch in de context van onze opmerkingen bij het voorontwerp.

Meer lezen
Publiekrecht
vrijdag 28 april 2023

Kamer keurt procedurele hervorming Raad van State goed

De Kamer stemde op 27 april 2023 in met de hervorming van de procedures bij de Raad van State. Die hervorming beoogt onder meer om de gemiddelde doorlooptijd bij de afdeling bestuursrechtspraak terug te brengen tot 18 maanden.

Meer lezen
Bouw
Publiekrecht
donderdag 13 april 2023

Grondwettelijk Hof vernietigt attentieplicht in DBRC-decreet

Het Grondwettelijk Hof heeft, op verzoek van de OVB en andere belangenorganisaties, de relativiteitseis en de attentieplicht in het DBRC-decreet vernietigd. Het Hof zag daarin terecht een schending van het recht op toegang tot de rechter.

Meer lezen
Voorzitter Peter Callens
Publiekrecht
donderdag 23 maart 2023

OVB overlegt met Raad van State

Begin maart vond een informeel overleg plaats tussen vertegenwoordigers van de Raad van State en OVB-voorzitter Peter Callens, bijgestaan door enkele leden van de OVB-commissie publiek recht.

Meer lezen
Publiekrecht
woensdag 15 maart 2023

Burgemeesters op jacht naar potentiële criminelen?

Een nieuw wetsontwerp machtigt het college van burgemeester en schepenen om een uitbatingsvergunning in te trekken of te weigeren, dan wel een publiek toegankelijke inrichting sluiten, wanneer een integriteitsonderzoek naar de (prospectieve) uitbater aantoont dat er een ernstig risico bestaat dat de uitbating gepaard zal gaan met strafbare feiten.

Meer lezen
Speeltuin
Publiekrecht Standpunt
vrijdag 30 december 2022

Nationaal toegangsverbod voor recreatiegebieden: gebouwd op los zand?

Een nieuw wetsvoorstel wil komaf maken met de jaarlijkse overlast in recreatiegebieden door te voorzien in een systeem van gegevensuitwisseling over personen tegen wie een plaatsverbod voor zulke gebieden loopt. De OVB bespeurt hierin echter een te verregaande beperking van het recht op persoonlijke bewegingsvrijheid.

Meer lezen
Publiekrecht
Publiekrecht
vrijdag 12 maart 2021

OVB kritisch over pandemiewet

Voorzitter Peter Callens werd uitgenodigd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers om ons standpunt toe te lichten over de langverwachte pandemiewet van de minister van Binnenlandse Zaken.

We zijn bijzonder kritisch over de definitie en de afkondiging en verlenging van de epidemische noodsituatie. Ook betreuren we dat het voorontwerp nog steeds maatregelen bij MB laat treffen. Daarnaast verzetten we ons tegen de concrete maatregelen die te vaag omschreven worden. Ten slotte zien we problemen rond de strafmaat.

Meer lezen